SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3846/00

van María Sornosa Martínez (PSE) aan de Commissie

(7 december 2000)

Betreft: Overtreding van richtlijn 97/11/EG bij de afbraak van de wijk Cabanyal-Canyamelar in Valencia

In haar antwoord op de vragen E-2416/00, E-2417/00 en E-2418/00 meent de Europese Commissie dat de herstructureringswerkzaamheden in de wijk Cabanyal-Canyamelar in Valencia als stadsplanning te beschouwen zijn en dat het daarom uitsluitend tot de bevoegdheid van de Spaanse autoriteiten behoort om te besluiten of er al dan niet een studie over de gevolgen voor het cultureel erfgoed nodig is.

Maar de Europese Commissie houdt er geen rekening mee dat in bijlage I en II van richtlijn 97/11/EG(1) over de beoordeling van de gevolgen van bepaalde openbare en privéprojecten voor het milieu, ook parkeerterreinen of handelscomplexen als werkzaamheden genoemd worden die de verplichting van een milieustudie met zich brengen. Het project om de avenida Blasco Ibáñez door te trekken tot aan zee omvat de aanleg van dergelijke voorzieningen die in de bijlagen bij de richtlijn genoemd worden.

Zoals de Europese Commissie zich zal herinneren uit de voorafgaande vragen, veronderstelt het tracé voor het doortrekken van de avenida Blasco Ibáñez, als het uitgevoerd wordt, dat er in het historisch centrum 1500 gebouwen afgebroken worden die dateren uit de 19de eeuw en tot nu toe door het bestuur van Valencia beschermd werden vanwege hun bijzondere kenmerken en hun cultuurhistorisch belang. Onder de af te breken gebouwen bevindt zich bijvoorbeeld één van de meest typische plaatsen van ons cultureel erfgoed, namelijk de vismijn, één van de oudste van Europa en de oudste van Spanje.

Denkt de Europese Commissie dan ook niet dat er bij het doortrekken van de avenida Blasco Ibáñez en de gevolgen daarvan voor de plaatsen van cultureel en historische belang in de wijk Cabanyal-Canyamelar, wel degelijk sprake is van overtreding van richtlijn 97/11/EG?

(1) PB L 73 van 14.3.1997, blz. 5.

Antwoord van mevrouw Wallström namens de Commissie

(28 februari 2001)

Op basis van de door het geachte parlementslid verstrekte informatie is de Commissie van mening dat het genoemde project onder bijlage II van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad van 27 juni 1985 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten(1) kan vallen indien de vergunningsaanvraag voor 14 maart 1999 werd ingediend. In dat geval moet de betrokken lidstaat uitmaken of een milieueffectbeoordeling (MEB) al dan niet is vereist.

Indien de aanvraag na die datum is ingediend, valt dit project onder bijlage II van Richtlijn 97/11/EG van de Raad van 3 maart 1997(2) tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG. In dat geval is het eveneens de lidstaat die moet besluiten al dan niet een MEB uit te voeren, waarbij drempelwaarden of criteria worden gehanteerd dan wel tot een onderzoek per geval wordt overgegaan, en in elk geval rekening wordt gehouden met de relevante selectiecriteria van bijlage III.

(1) PB L 175 van 5.7.1985.

(2) PB L 73 van 14.3.1997.