92000E3784

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3784/00 van Heidi Hautala (Verts/ALE) aan de Raad. Geheim protocol bij de Verklaring van St. Malo.

Publicatieblad Nr. 174 E van 19/06/2001 blz. 0140 - 0140


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3784/00

van Heidi Hautala (Verts/ALE) aan de Raad

(29 november 2000)

Betreft: Geheim protocol bij de Verklaring van St. Malo

Op de van 3 t/m 4 december 1998 gehouden Top in St. Malo legden de Franse en Britse regeringen een gezamenlijke verklaring af over de Europese defensie. Volgens deze verklaring moet de EU beschikken over de capaciteit om autonoom acties te ondernemen die ondersteund worden door een geloofwaardige militaire troepenmacht, over een besluitvormingsmechanisme om van die troepenmacht gebruik te maken en over de bereidheid dit ook inderdaad te doen, als reactie op militaire crises. Terzelfder tijd wordt in de verklaring gesteld dat collectieve veiligheid een zaak van de NAVO is en dat de NAVO een belangrijke rol speelt bij de territoriale verdediging van Europa.

Volgens het artikel in het Nederlandse blad NRC Handelsblad van 8 maart 2000 zou aan deze verklaring een geheim protocol gehecht zijn volgens hetwelk het Europees Parlement nooit en te nimmer betrokken mag worden bij de uitstippeling van het toekomstige Europese veiligheids- en defensiebeleid.

1. Zijn de Raad en de secretaris-generaal van de Raad ervan op de hoogte dat zo'n protocol als bestanddeel van de Verklaring van St. Malo bestaat?

2. Zullen de lidstaten, de Europese Commissie en het Europees Parlement op de hoogte worden gesteld van de inhoud van dit protocol?

Antwoord

(12 maart 2001)

1. De Frans-Britse verklaring over de Europese defensie waarnaar het geachte parlementslid verwijst, is tijdens de bilaterale Frans-Britse top van 3 en 4 december 1998 in Saint Malo aangenomen door het staatshoofd, resp. de regeringsleider van Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk.

2. De Europese Raad van Wenen van 11 en 12 december 1998 heeft zich ingenomen getoond met de Frans-Britse verklaring van Saint Malo.

3. De Raad heeft geen weet van een geheim protocol dat aan de Frans-Britse verklaring over de Europese defensie zou zijn gehecht en waarin zou staan dat het Europees Parlement nooit betrokken mag worden bij de uitstippeling van het toekomstige Europese veiligheids- en defensiebeleid.

4. De Europese Raad heeft er herhaaldelijk op gewezen dat de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees veiligheids- en defensiebeleid integrerend deel uitmaakt van de versterking van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, over de ontwikkeling waarvan het Europees Parlement op grond van artikel 21 van het Verdrag betreffende de Europese Unie regelmatig op de hoogte wordt gehouden.