92000E2936

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2936/00 van Brian Simpson (PSE) aan de Raad. Cyprus.

Publicatieblad Nr. 163 E van 06/06/2001 blz. 0021 - 0022


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2936/00

van Brian Simpson (PSE) aan de Raad

(20 september 2000)

Betreft: Cyprus

Kan de Raad meedelen wat hij denkt te ondernemen tegen Turkije om ervoor te zorgen dat het zijn onwettelijk embargo opheft tegen koopvaardijschepen die havens in Cyprus hebben aangedaan? Kan de Raad het Parlement ook uitleggen waarom er tot nu toe nog niets is ondernomen?

Antwoord

(26 februari 2001)

1. De Raad is zich terdege bewust van het specifieke probleem waarnaar het geachte parlementslid verwijst, een probleem dat overigens niet alleen verband houdt met de verdragsrechtelijke betrekkingen tussen de EU en Turkije, maar ook met andere internationale verplichtingen van die staat. Reeds in 1998 heeft het voorzitterschap van de Unie dit probleem met Turkije aangekaart in de marge van een vergadering bij de OESO. Ook staat deze kwestie regelmatig op de agenda van het Gemengd Comité van de douane-unie tussen de EU en Turkije, met name van de vergadering van dit comité op 8 december 2000.

2. Voorts heeft de Commissie, die zich in het kader van haar bevoegdheden eveneens met dat vraagstuk bezighoudt, tijdens een vergadering van de voorbereidende instanties van de Raad meegedeeld dat zij het probleem in oktober jongstleden met Turkije besproken had in het kader van de eerste onderhandelingsronde met dat land over overheidsdiensten en -opdrachten. Bovendien brengt de Commissie het probleem regelmatig ter sprake in haar periodieke verslagen over de vooruitgang die Turkije geboekt heeft op de weg naar toetreding, meer bepaald in haar laatste verslag van 13 november 2000.

3. De Raad memoreert het geachte parlementslid dat het voorzitterschap in zijn toespraak voor de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 12 september 2000 namens de Unie gesteld heeft dat de status quo op Cyprus onaanvaardbaar is en dat de Raad de inspanningen van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties steunt om te komen tot een alomvattende, eerlijke en duurzame regeling die via onderhandelingen tot stand komt en in overeenstemming is met de resoluties van de Veiligheidsraad.