SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2857/00

van Michl Ebner (PPE-DE) aan de Commissie

(14 september 2000)

Betreft: Harmonisatie van de voorwaarden voor de organisatie van vergelijkende examens voor aanwerving in overheidsdienst

Zoals bekend, vallen er van lidstaat tot lidstaat verschillen te constateren in de voorschriften voor het houden van vergelijkende examens voor de aanwerving van overheidsfunctionarissen.

Transparantie en vereenvoudiging van de te volgen administratieve procedures zouden als uitgangspunt moeten fungeren bij de organisatie van dergelijke onderzoeken. Jammer genoeg blijken deze beginselen door de betrokken overheidsdiensten zelf maar al te vaak met voeten te worden getreden, zodat onaanvaardbare irregulariteiten niet kunnen uitblijven.

Kan de Commissie derhalve mededelen of zij op dit gebied met wetgevingsvoorstellen denkt te komen ter invoering van gemeenschappelijke regels voor het houden van dergelijke examens, zodat alle burgers van de Gemeenschap er onder dezelfde voorwaarden aan kunnen deelnemen, en of zij daarnaast voor instrumenten kan zorgen om te controleren of de organisatoren van dergelijke onderzoeken te werk gaan volgens voor heel Europa identieke standaardprocedures (m.b.t. de voor vergelijkende examens over te leggen documenten, de toegang tot de stukken, het gevolgde tijdschema, de indiening van klachten, de gehanteerde klachtenhiërarchie, enz.) en om te voorkomen dat de burger zich met al te hoge kosten geconfronteerd ziet?

Antwoord van mevrouw Diamantopoulou namens de Commissie

(27 oktober 2000)

De Commissie is wettelijk niet bevoegd om de interne organisatie van de overheidsdiensten van de lidstaten, waaronder de wervingsmethoden, te regelen. Verder is het aan de lidstaten om ervoor te zorgen dat hun nationale regels inzake toegang tot de overheidssector correct worden toegepast. Daarom is de Commissie niet voornemens een voorstel voor communautaire wetgeving in te dienen met het oog op de harmonisatie van de methoden van de lidstaten voor de werving van overheidsfunctionarissen.

De Commissie ziet als hoedster van de Verdragen echter toe op de correcte toepassing van het recht op vrij verkeer van werknemers in de overheidssector, zoals uitgelegd door het Hof van Justitie.