92000E1132

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1132/00 van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie. Witboek inzake voedselveiligheid en de Europese Voedselautoriteit.

Publicatieblad Nr. 046 E van 13/02/2001 blz. 0129 - 0130


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1132/00

van Bart Staes (Verts/ALE) aan de Commissie

(11 april 2000)

Betreft: Witboek inzake voedselveiligheid en de Europese Voedselautoriteit

In januari 2000 verscheen het Witboek inzake voedselveiligheid (COM(1999) 719 def.). Hoofdstuk 4 behandelt de oprichting van een Europese Voedselautoriteit (EVA). Hoofdstuk 5 gaat in op de wetgeving inzake voedselveiligheid.

De Commissie sluit een uitbreiding van de bevoegdheden van de Autoriteit in de toekomst niet uit (onderdeel 40).

1. Welke nieuwe bevoegdheden heeft de Commissie op het oog?

2. Op welke termijn zal deze bevoegdheidsuitbreiding worden uitgevoerd?

Gecombineerd Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie op de schritftelijke vragen E-1121/00, E-1124/00, E-1126/00, E-1129/00, E-1130/00, E-1131/00, E-1132/00, E-1135/00, E-1136/00, E-1137/00, E-1138/00 en E-1139/00

(8 juni 2000)

In het Witboek over voedselveiligheid(1) heeft de Commissie de grote lijnen aangegeven die zij bij de toekomstige oprichting van de Europese Voedselautoriteit van plan is te volgen, en alle belanghebbende partijen verzocht tijdens de raadplegingstermijn te reageren en hun bijdrage aan de discussie te leveren. Op een groot aantal door de geachte afgevaardigde ter sprake gebrachte punten heeft de Commissie haar voorstellen nog niet uitgewerkt en zij heeft nog geen werkwijze vastgesteld. Daarvoor wil zij eerst de tijdens het overleg naar voren gebrachte standpunten bestuderen.

Wat daarentegen de bevoegdheden van de Europese Voedselautoriteit betreft, vermeldt het witboek dat deze tot taak zou moeten krijgen risico's te evalueren en gegevens en informatie van de consumenten te verzamelen op de gebieden die onder haar bevoegdheid vallen. Op juridische gronden en om redenen van democratische verantwoordelijkheid is de Commissie van mening dat in de huidige situatie een overdracht van regelgevende bevoegdheden aan een onafhankelijke autoriteit niet gerechtvaardigd is. Desalniettemin dient een toekomstige uitbreiding van haar bevoegdheden te worden bezien in het licht van de ervaringen die met het functioneren van de autoriteit zijn opgedaan, en van het vertrouwen dat zij heeft gewekt, zonder de eventuele noodzaak van een verdragswijziging uit te sluiten.

(1) COM(1999) 719 def.