SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0605/00

van Salvador Garriga Polledo (PPE-DE) aan de Commissie

(3 maart 2000)

Betreft: Mogelijkheid dat ultraperifere regio's permanent onder doelstelling 1 vallen

De situatie met betrekking tot de ultraperifere regio's van de Europese Unie is bijzonder kritiek door de geografische afstand ten opzichte van de belangrijkste centra van de lidstaten waartoe zij behoren.

Als gevolg hiervan kunnen sommige perifere regio's van de EU de drempel van 75 % van het gemiddelde communautaire inkomen overschrijden, waardoor zij worden uitgesloten van de club van regio's van doelstelling 1, zodat het gevaar bestaat dat zij wegens gebrek aan steun opnieuw aansluiting bij deze club moeten zoeken. Daarom is gesuggereerd om de ultraperifere regio's per definitie als regio's van doelstelling 1 te beschouwen.

Kan de Commissie onderzoeken of het mogelijk is de ultraperifere regio's per definitie als regio's van doelstelling 1 te beschouwen, zonder dat rekening wordt gehouden met hun inkomensniveau, zodat de enorme geografische afstand die hen scheidt van hun respectieve moederland minder problematisch wordt?

Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie

(26 april 2000)

Bij de goedkeuring van de verordeningen houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(1) heeft de Raad besloten dat zeven ultraperifere gebieden van de Gemeenschap op basis van het criterium BBP van maximaal 75 % van het gemiddelde in aanmerking komen voor doelstelling 1. Op dat ogenblik bleek uit de statistische gegevens dat al deze gebieden aan dit criterium voldeden. De subsidiabiliteit geldt voor de hele programmeringsperiode 2000-2006.

Vanaf 2007 zal de Commissie, zoals aangegeven in het zopas bij de Raad ingediende verslag over de uitvoering van artikel 299, lid 2, EG(2) nadenken over de beste manier om bij de toekenning van middelen in het kader van de Structuurfondsen rekening te houden met de speciale situatie van deze regio's

(1) PB L 161 van 26.6.1999.

(2) COM(2000) 147 def.