92000E0593

SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0593/00 van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie. Regio Lissabon en vallei van de Taag ‐ structuurfondsen 2000-2006.

Publicatieblad Nr. 374 E van 28/12/2000 blz. 0115 - 0116


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0593/00

van José Ribeiro e Castro (UEN) aan de Commissie

(24 februari 2000)

Betreft: Regio Lissabon en vallei van de Taag structuurfondsen 2000-2006

De Raad heeft verordening (EG) nr. 1260/1999 van 21 juli 1999 aangenomen, die algemene bepalingen voor de structuurfondsen vastlegt(1).

De regio Lissabon en vallei van de Taag (Portugal) vervult de criteria om in aanmerking te komen voor de structuurfondsen in het tweede zogenaamde communautair bestek 1994-1999 als regio van doelstelling 1(2), maar komt na evaluatie niet meer in aanmerking sinds 1999(3); maar ze zou nog altijd, bij wijze van overgangsregeling, steun van de structuurfondsen moeten krijgen van 1 januari 2000 tot 31 december 2005(4). Volgens de conclusies van de Top van Berlijn(5) moet op de vroegere regio's van doelstelling 1 de uitloopprocedure toegepast worden. Men erkent trouwens de noodzaak om de regio Lissabon voorlopig een speciale behandeling te geven, die concreet vertaald wordt in 500 miljoen steunverlening(6). Gezien de zeer duidelijke ongelijkheden tussen de verschillende bedrijven en bedrijfssectoren van de regio blijft de regeling beperkt tot inhoudelijke invulling van de horizontale princiepen die volgen uit het verdrag en betrekking hebben op alle onderdelen van de beleidsvoering van de Gemeenschap: duurzame ontwikkeling en gelijke kansen.

Maar die princiepen, samen met de concurrentieregels in de verworvenheden van de Gemeenschap, komen in gevaar omdat het goedgekeurd uitloopbeleid niet uitgevoerd wordt. Bedrijven uit de naburige regio's die in aanmerking komen voor doelstelling 1 zullen enorme concurrentievoordelen krijgen zodat het evenwicht ernstig verstoord wordt.

Gezien de huidige opschorting van de structuurfondsen voor de regio Lissabon en vallei van de Taag, zou ik graag van de Europese Commissie vernemen waar die opschorting aan te wijten is, en mochten er eventueel onderhandelingen met de Portugese staat gevoerd worden, om welke redenen en op wie zijn verantwoordelijkheid artikel 6 van verordening (EG) nr. 1260/1999 niet uitgevoerd wordt, besluit 1999/502/EG van 1 juli van vorig jaar van de Europese Commissie niet nageleefd wordt, en de toezeggingen van de Top van Berlijn niet uitgevoerd worden?

(1) Op grond van artikel 161 VEG en met inachtneming van de procedure van artikel 251 VEG.

(2) Verordeningen (EG) nr. 2052/88 en 4253/88 PB L 158 van 15.7.1988 en PB L 374 van 31.12.1988.

(3) Vgl. artikel 3 van verordening (EG) nr. 1260/1999 PB L 161 van 26.6.1999.

(4) Met andere woorden, er zou uitvoering gegeven moeten worden aan artikel 6, met inachtneming van artikel 7, lid 2, tweede lid en lid 3, derde lid van verordening (EG) nr. 1260/1999, zoals volgt uit besluit 1999/502/EG van de Europese Commissie PB L 194 van 27.7.1999.

(5) Vgl. de conclusies van de Top van Berlijn van 24 en 25 maart 1999, meer bepaald nr. 42, 43 en 44 a).

(6) Vgl. punt 44 a) van de conclusies.

Antwoord van de heer Monti namens de Commissie

(24 maart 2000)

Nadat de richtsnoeren inzake regionale steunmaatregelen(1) waren goedgekeurd, heeft de Commissie de Portugese autoriteiten verzocht, overeenkomstig artikel 88, lid 3 (ex-artikel 93) van het EG-Verdrag

een ontwerp van regionale-steunkaart bij haar in te dienen die wordt gevormd door, enerzijds, de regio's die door de Portugese autoriteiten worden voorgesteld uit hoofde van de afwijkingen bedoeld in artikel 87, lid 3, onder a) en c) (ex-artikel 92) van het EG-Verdrag en, anderzijds, de maximale steunintensiteit voor initiële investeringen of voor de schepping van werkgelegenheid die voor elk van deze regio's wordt beoogd, alsook de daarvoor geldende cumulatieplafonds.

Na het Portugese ontwerp van regionale-steunkaart voor de periode 2000-2006 te hebben onderzocht heeft de Commissie op 8 december 1999 haar goedkeuring gehecht aan het gedeelte van de kaart waarin de regio's worden beschreven die voor de afwijking uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder a) van het EG-Verdrag in aanmerking komen (te weten Noorden, Centrum, Alentejo, Algarve, Azoren en Madeira).

De Commissie heeft daarentegen ten aanzien van de enige Portugese regio die voor de afwijking uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder c) van het EG-Verdrag in aanmerking zou komen, namelijk Lisboa e Vale do Tejo, de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag ingeleid; zij was namelijk van mening dat het voorstel van de Portugese autoriteiten op basis van de beschikbare informatie niet als verenigbaar met de richtsnoeren kon worden beschouwd. Volgens de Portugese kennisgeving zou voor deze gehele regio, die 33,4 % van de bevolking van het land uitmaakt, de in punt 5.7 van de richtsnoeren genoemde overgangsperiode moeten gelden, gedurende welke de steunintensiteiten die daar tot eind 1999 uit hoofde van artikel 87, lid 3, onder a) van toepassing waren, zouden worden aangepast. Gelet echter op de beperkingen ten aanzien van het geografische toepassingsgebied van punt 5.7 van de richtsnoeren die worden opgelegd door voetnoot 43 bij dit punt, zou slechts een gedeelte van de regio dat 10,2 % van de bevolking van Portugal telt, voor zo'n overgangsperiode in aanmerking komen.

Zoals het geachte Parlemtentslid opmerkt, is de opschortende werking van artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag van kracht totdat de hogervermelde procedure tot een eindbeschikking heeft geleid. Aangezien in Verordening (EG) nr. 1260/1999 wordt bepaald dat steunverlening uit de structuurfondsen met inachtneming van de communautaire mededingingsregels moet plaatsvinden, is alle regionale overheidssteun in de regio Lisboa e Vale do Tejo, al dan niet door de structuurfondsen gecofinancierd, vanaf 1 januari 2000 opgeschort.

De Commissie wijst het geachte parlementslid echter op het feit dat deze opschorting alleen op regionale overheidssteun betrekking heeft en dus op generlei wijze betrekking heeft op maatregelen van de structuurfondsen die zijn bedoeld om andere soorten steunregelingen te cofinancieren of die geen elementen van steun aan ondernemingen bevatten. De gehele regio Lisboa e Vale do Tejo zal in aanmerking blijven komen voor de overgangssteun uit hoofde van doelstelling 1 van de structuurfondsen van 1 januari 2000 tot en met 31 december 2005 en de subregio's Lezíria do Tejo en Médio Tejo komen voor dezelfde steun in aanmerking tot en met 31 december 2006. De Commissie heeft op 14 maart 2000 het communautaire bestek voor Portugal voor de periode 2000-2006 goedgekeurd, dat ook de steun voor de regio Lisboa e Vale do Tejo omvat.

(1) PB C 74 van 10.3.1998.