92000E0188

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0188/00 van Richard Corbett (PSE) aan de Commissie. Vertolking in meer dan twintig talen.

Publicatieblad Nr. 303 E van 24/10/2000 blz. 0156 - 0157


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0188/00

van Richard Corbett (PSE) aan de Commissie

(31 januari 2000)

Betreft: Vertolking in meer dan twintig talen

Hoe ver is de Commissie gevorderd met het evalueren van de haalbaarheid van een systeem voor vertolking in meer dan twintig talen op EU-vergaderingen na de uitbreiding met de kandidaat-landen van Midden- en Oost-Europa? Kan zij bevestigen dat vertolking voor een groot deel zal moeten plaatsvinden via een centrale taal en via een tweede vertolking naar andere talen gerelayeerd zal moeten worden?

Zo ja, is overwogen om Esperanto als centrale taal te gebruiken, gegeven het feit dat deze taal:

- neutraal is en daardoor geen linguistische groep in de EU zal bevoordelen,

- gestructureerd en logisch is, en voor dit doel uitermate geschikt,

- zeer snel kan worden geleerd?

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie

(14 maart 2000)

De Commissie heeft sinds 1990 geregeld selectietoetsen voor freelance tolken met de talen van de landen van Midden- en Oost-Europa (LMOE) georganiseerd. Momenteel zijn in totaal ongeveer 200 tolken geaccrediteerd voor alle LMOE-talen. Het geachte parlementslid wordt verwezen naar het antwoord van de Commissie op schriftelijke vraag E-2064/99 van de heer Dupuis(1) van 22 december 1999.

Voorts is in opleiding geïnvesteerd in deze landen en zijn in 1999 en 2000 120 beurzen ter beschikking gesteld voor studenten van deze talen.

Dit beleid is in overeenstemming met het respect voor culturele en taaldiversiteit dat een zeer belangrijk element van het eengemaakte Europa vormt.

Wat de vertolking betreft, tracht de Gemeenschappelijke tolken- en conferentiedienst (JICS) ervoor te zorgen dat rechtstreeks van de ene taal in de andere wordt getolkt of, indien dit niet mogelijk is, met een relais via niet meer dan één tussenstadium. Dit tussenstadium of deze relaistaal varieert naar gelang van de samenstelling van het team en de gesproken talen.

Hoewel het aandeel van de vertolking via het bestaande relaisstelsel zeker zal toenemen, is er geen reden dat dit zou leiden tot een stelsel waarin dezelfde relaistalen of centrale talen worden gebruikt in alle vergaderingen, of juist slechts één enkele relaistaal per vergadering. De tolken zullen wellicht kunnen kiezen tussen verscheidene relaistalen afhankelijk van culturele affiniteiten of natuurlijke relais gebaseerd op verwante talen.

Naar aanleiding van herhaalde eisen van het Parlement heeft de Commissie de JICS verzocht een werkgroep op te richten ter bestudering van de Neighbour and Relais-projecten die betrekking hebben op het leren van Esperanto en de mate waarin het gebruik ervan als tussentaal bij de vertolking haalbaar zou zijn.

(1) PB C 219 van 1.8.2000, blz. 81.