91999E2425

SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2425/99 van Ioannis Souladakis (PSE) aan de Raad. Bescherming van Europese bedrijven in Kosovo.

Publicatieblad Nr. 219 E van 01/08/2000 blz. 0160 - 0161


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2425/99

van Ioannis Souladakis (PSE) aan de Raad

(16 december 1999)

Betreft: Bescherming van Europese bedrijven in Kosovo

Tijdens de behandeling op 16 november 1999 van de mondelinge vraag H-0608/99 aan de Commissie over de bescherming van de belangen van EU-bedrijven in Kosovo verklaarde commissaris Patten dat hij niet op de hoogte was van druk op en bedreigingen tegen Europese bedrijven in Kosovo(1). Om de informatieleemte terzake op te vullen, heb ik hem persoonlijk een kopie bezorgd van de desbetreffende briefwisseling tussen het bedrijf Mytilineos en de heren Kouchner en Dixon. Verder heb ik hem verzocht zich te informeren over de huidige situatie en werking van de telecommunicatiesector in Kosovo opdat hij zich hierover een volledig beeld zou kunnen vormen.

Een goede communicatie tussen het Europees Parlement en de Commissie kan alleen maar bijdragen tot de bescherming van de EU-belangen waar deze eventueel worden bedreigd. Momenteel staan in Kosovo soevereine rechten van Europese bedrijven op het spel. De Griekse telecommunicatieorganisatie OTE en het Italiaanse STET International, die een participatie hebben van respectievelijk 20 % en 29 % in Srbija Telekom, lijden schade doordat aan Srbija Telekom verschuldigde taksen voor het gebruik van telecommunicatiediensten in Kosovo niet worden betaald, terwijl het UCK, met de steun van bepaalde krachten achter de schermen, erop aandringt dat deze twee bedrijven het vernielde netwerk zouden herstellen om het vervolgens te laten nationaliseren door Albaniƫ, wat in strijd is met de internationale overeenkomsten. De flagrantste schending is evenwel zeer recent: een bijzondere commissie, waarin ook VN-vertegenwoordigers en Kosovo-Albanezen zitting hebben, heeft immers volkomen onwettelijk de rechten voor mobiele telefonie aan het Franse bedrijf Alcatel toegewezen. Deze rechten zijn echter exclusief in handen van OTE en STET International, zoals is overeengekomen in reeds van kracht zijnde internationale akkoorden die bepalen dat Kosovo deel uitmaakt van de vitale zone waar deze bedrijven hun activiteiten uitoefenen en dus ook winst kunnen maken.

Kan de Commissie meedelen hoe zij de wettelijke belangen van Europese bedrijven in Kosovo zal beschermen, die momenteel worden bedreigd door illegale circuits waarbij nu zelfs ook VN-functionarissen betrokken geraken, tegen hun mandaat in dat bepaalt dat ze de rechtsorde in de regio moeten handhaven?

(1) Volledig verslag van de vergadering van 16 november 1999, blz. 60.

Antwoord

(14 februari 2000)

De Raad is tot op heden niet benaderd door een van de in de vraag van de geachte afgevaardigde genoemde bedrijven. De Raad gaat ervan uit dat deze bedrijven over de door de geachte afgevaardigde ter sprake gebrachte problemen contact hebben opgenomen met het ministerie van Buitenlandse Zaken van het land waar hun hoofdzetel is gevestigd en/of met de speciale vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN voor Kosovo, de heer Bernard Kouchner.

De Raad blijft vasthouden aan de totstandkoming van een levensvatbare en goed functionerende markteconomie in Kosovo. De EU heeft wat dit betreft een speciale verantwoordelijkheid op zich genomen nu de secretaris-generaal van de VN, Kofi Annan, het beheer van pijler IV van de UNMIK (die verantwoordelijk is voor wederopbouw en economische uitwikkeling) aan de Europese Unie heeft toevertrouwd.

Voorts heeft de Raad Algemene Zaken de Kosovaren en de internationale gemeenschap herhaaldelijk opgeroepen hun inspanningen in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit in Kosovo op te voeren. In dit verband verklaarde de Raad in zijn zitting van 6 december ingenomen te zijn met het voornemen van de Commissie om de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit in haar bijstandsprogramma voor Kosovo in het jaar 2000 op te nemen en verzocht hij de lidstaten om aan te geven welke bijstandsmaatregelen zij op dit gebied passend achten.