SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2272/99

van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie

(13 december 1999)

Betreft: Financiële steun voor de activiteiten van consumentenorganisaties

In artikel 6, lid 2, van besluit 283/99(1) van het Europees Parlement en de Raad inzake de schepping van een algemeen kader voor de communautaire activiteiten ter bescherming van de consumenten wordt vermeld: Onbezoldigde arbeid of giften in natura kunnen, mits naar behoren gestaafd, in overweging worden genomen tot een bedrag van 20 % van de inkomsten en uitgaven op de begrotingen van de desbetreffende organisaties.

Aangezien de gouvernementele organisaties te kennen hebben gegeven dat er problemen bestaan met de formulering naar behoren gestaafd zou ik de Commissie willen vragen:

1. Aan de hand van welke criteria wordt beoordeeld dat onbezoldigde arbeid of giften in natura naar behoren zijn gestaafd?

2. Is er aan de consumentenorganisaties een document verstuurd (wat is het nummer van dit document?), waarin de criteria worden beschreven die moeten worden aangelegd voor het naar behoren staven van onbezoldigde werkzaamheden of giften?

(1) PB L 34 van 9.2.1999, blz. 1.

Antwoord van de heer Byrne namens de Commissie

(16 december 1999)

Vanaf het begin is de vaststelling van gedegen en transparante normen voor het beheer van de communautaire subsidies een prioriteit van de Commissie geweest. In 1998 is door de Commissie een vademecum goedgekeurd(1) dat sinds 1 januari 1999 van toepassing is op alle subsidies op alle beleidsterreinen.

In de regel zijn bijdragen in natura geen subsidiabele kosten, maar er wordt rekening mee gehouden bij de berekening van het percentage van de communautaire medefinanciering. Besluit nr. 283/1999/EG van het Parlement en de Raad van 25 januari 1999 tot vaststelling van een algemeen kader voor communautaire activiteiten ten behoeve van de consumenten bepaalt echter in artikel 6, lid 2, dat met onbezoldigde werkzaamheden of giften in natura, mits naar behoren schriftelijk aangetoond, tot 20 % van de totale in aanmerking komende kosten rekening kan worden gehouden bij de beoordeling van de opbrengsten en kosten van de organisaties.

De criteria voor de beoordeling van uitgaven in natura staan vermeld in het vademecum. Artikel 6.1.5 bepaalt het volgende Bijdragen in natura omvatten met name: land, onroerende goederen (zowel geheel als gedeeltelijk), duurzame kapitaalgoederen, grondstoffen, onbezoldigd liefdadigheidswerk, verricht door een particulier of een organisatie. Om in aanmerking te komen dienen de volgende voorwaarden te worden vervuld: het door de begunstigde als bijdrage in natura aangegeven bedrag moet worden getaxeerd op grond van objectieve factoren of op grond van officiële schalen die zijn vastgesteld door een onafhankelijke instantie of een externe onafhankelijke deskundige; de kosten van particulier liefdadigheidswerk moeten worden getaxeerd overeenkomstig de nationale regels betreffende de berekening van de arbeidskosten per uur, per dag of per week, voor zover dergelijke regels bestaan.

Deze informatie is als bijlage gevoegd bij het aanmeldingsformulier dat alle indieners van een voorstel hebben ontvangen. Het is ook op de website van het Directoraat-generaal Gezondheid en consumentenbescherming geplaatst. Bovendien heeft de Commissie in juli 1999 een teleconferentie georganiseerd tijdens welke de vertegenwoordigers van de consumentenorganisaties vragen aan ambtenaren van de Commissie konden stellen over de subsidieprocedure voor het jaar 2000. Verder werd tijdens deze teleconferentie meegedeeld dat op het gebied van de financiële aspecten van subsidies gespecialiseerd personeel van de Commissie ter beschikking stond om eventuele vragen te beantwoorden. Hun telefoonnummers zijn eveneens aangegeven op het subsidieaanvraagformulier.

(1) http://www.cc.cec/home/dgserv/serv19/icon/documents/subventions/index.htm.