SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1558/99 van Richard Corbett (PSE) aan de Commissie. EFRO-subsidie.
Publicatieblad Nr. 170 E van 20/06/2000 blz. 0034 - 0035
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1558/99 van Richard Corbett (PSE) aan de Commissie (1 september 1999) Betreft: EFRO-subsidie Is het werkelijk juist dat Luxemburg, de rijkste lidstaat qua inkomen per capita, in het kader van Agenda 2000 het grootste percentage subsidie uit het Regionaal Fonds heeft gekregen? Acht de Commissie dit gerechtvaardigd? Antwoord van de heer Barnier namens de Commissie (11 oktober 1999) Naar aanleiding van de goedkeuring van de structuurfondsverordeningen, te weten Verordening (EG) 1260/1999 van de Raad van 21 juni 1999 houdende algemene bepalingen inzake de Structuurfondsen(1); Verordening (EG) 1261/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 met betrekking tot het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling(2), en Verordening (EG) 1262/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 21 juni 1999 betreffende het Europees Sociaal Fonds(3), heeft de Commissie op 1 juli 1999 haar goedkeuring gehecht aan de indicatieve verdeling, tussen de lidstaten, van de vastleggingskredieten voor de doelstellingen 1, 2 en 3 van de structuurfondsen, alsmede de vastleggingskredieten van het Financieringsinstrument voor de Oriƫntatie van de Visserij, bestemd voor de niet onder doelstelling 1 vallende gebieden, voor de periode 2000-2006. Van het totale budget van de structuurfondsen van 195 010 miljoen EUR belopen de bij besluiten van de Commissie toegewezen kredieten 183 564 miljoen EUR (prijzen van 1999). Luxemburg zal 0,04 % van dit bedrag ontvangen, hetgeen het geringste aandeel is van de 15 lidstaten. (1) PB L 161 van 26.6.1999. (2) PB L 161 van 26.6.1999. (3) PB L 161 van 26.6.1999.