SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0492/99

van Ludivina García Arias (PSE) aan de Commissie

(25 februari 1999)

Betreft: Budgettering van overheidssteun ter subsidiëring van de kosten van de overgang van de elektriciteitssector naar vrije concurrentie

Beschikking 3632/93/EGKS(1) tot vaststelling van een communautaire regeling voor de steunmaatregelen van de lidstaten ten behoeve van de steenkoolindustrie bepaalde dat mechanismen voor openbare financiering als bijvoorbeeld steun van het Spaanse OFICO (Compensatiebureau voor Elektrische Energie) die dient ter compensatie van exploitatieverliezen van steenkoolbedrijven en andere uitzonderlijke lasten en wordt gefinancierd door middel van een procentuele heffing op de bij stroomverbruikers in rekening gebrachte bedragen, "uitsluitend zijn toegestaan wanneer zij zijn terug te vinden in de nationale, regionale of plaatselijke begrotingen van de lidstaten". Een en ander heeft tot doel de transparantie te vergroten en aldus controle te vergemakkelijken.

Is de Commissie niet van oordeel dat dit beginsel om redenen van gelijke behandeling en met het oog op transparantie en controle op overheidsuitgaven, eveneens zou moeten worden toegepast op de kosten waarmee de elektriciteitssector wordt geconfronteerd in verband met de overgang naar vrije concurrentie?

Welke juridische rechtvaardiging kan de Commissie aanvoeren om deze beide soorten steun verschillend te behandelen?

Antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie

(23 maart 1999)

De Commissie onderzoekt momenteel de kennisgevingen die verschillende lidstaten hebben gedaan van de regelingen die zij van plan zijn toe te passen om het hoofd te bieden aan bepaalde kosten in verband met Richtlijn 96/92/EG van het Parlement en de Raad van 19 december 1996 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor electriciteit(2).

De rechtsgrond voor het onderzoek van die kosten verschilt van die voor de steunmaatregelen ten behoeve van de steenkoolindustrie (EGKS-Verdrag) wat verschillende oplossingen kan rechtvaardigen. In de artikelen 92. en 9. van het EG-Verdrag wordt, behoudens specifieke bepaling, niet voorgeschreven op welke wijze de steunmaatregelen moeten worden gefinancierd wanneer zij verenigbaar met de gemeenschappelijke markt zijn verklaard. De wijze waarop zij worden gefinancierd maakt bijgevolg het voorwerp uit van een besluit in het kader van het economisch beleid waarvoor de betrokken lidstaat bevoegd is.

(1) PB L 329 van 30.12.1993, blz. 12.

(2) PB L 27 van 30.1.1997.