SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 4108/98 van Alexandros ALAVANOS Acties in het kader van het operationeel programma voor de spoorwegen in Griekenland
Publicatieblad Nr. C 341 van 29/11/1999 blz. 0036
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-4108/98 van Alexandros Alavanos (GUE/NGL) aan de Commissie (14 januari 1999) Betreft: Acties in het kader van het operationeel programma voor de spoorwegen in Griekenland Hoewel de subprogramma's 1 en 3 van het operationeel programma voor de spoorwegen in Griekenland betrekking hebben op werken aan de lijn Athene-Thessaloniki en op verbeteringen aan het spoorwegnet in de Peloponnesos, bevatten de geplande moderniseringswerken voor de spoorwegen in Griekenland die worden voorgesteld in het recente operationeel programma van de Griekse spoorwegmaatschappij (OSE), geen enkele actie voor het stuk Lianokladi-Domokos op de lijn Athene-Thessaloniki en evenmin voor de modernisering van het spoorwegnet in de Peloponnesos. 1. Kan de Commissie, die heeft beslist de spoorwegen nieuw leven in te blazen, akkoord gaan met de bovenstaande afwijkingen? 2. Stemt de Commissie ermee in dat de voorgestelde vernieuwing en modernisering van de lijn Paleofarsala-Kalambaka door de Gemeenschap wordt gefinancierd? Antwoord van Mw Wulf-Mathies namens de Commissie (3 maart 1999) In het communautaire bestek (CB) voor 1994-1999 voor Griekenland is over het ondernemingsplan van de OSE (de Griekse spoorwegmaatschappij) en de spoorlijn tussen Athene en Thessaloniki het volgende vermeld: "De grote inspanningen die nodig zijn om het spoorverkeer te verbeteren, zullen worden vertaald in een ondernemingsplan dat zowel betrekking heeft op investeringen voor en de modernisering van de Griekse spoorwegmaatschappij als op de functionering ervan. Bij de investeringen die moeten worden uitgevoerd in de periode waar het CB betrekking op heeft, zal voorrang worden gegeven aan de verbinding Patras-Athene-Thessaloniki, die deel uitmaakt van de Trans-Europese netwerken (TEN's) voor spoorverkeer. Dankzij bijstand uit de Structuurfondsen en het Cohesiefonds zal de infrastructuur van de lijn Athene-Thessaloniki kunnen worden voltooid (civieltechnische werken, seinapparatuur, telecommunicatie, elektrificatie), zodat op lange termijn een snelheid van 200 km per uur kan worden gegarandeerd. Tegen 2000 zal 88 % van de spoorlijn Athene-Thessaloniki omgevormd zijn tot dubbelspoor (het gedeelte van 60 km tussen Lianokladi en Domokos blijft enkelspoor omdat de aanpassing ervan zeer moeilijk en duur zou zijn) en zal de reistijd 4 uur 20 minuten bedragen, in vergelijking met 5 uur 50 minuten in 1994 en 6 uur 15 minuten in 1993". Het ondernemingsplan van de OSE is opgesteld in het kader van het operationeel programma (OP) voor de spoorwegen en is door de Griekse regering goedgekeurd. De uitvoering ervan wordt gecofinancierd via datzelfde OP en de indienstneming van een internationale consultant die de OSE zal bijstaan door zijn deelname aan de bijzondere "task force" voor de uitvoering van het OP, is lopende. Wat de lijn Athene-Thessaloniki betreft, maakt ook de verdubbeling van het gedeelte Tithorea-Lianokladi, met de tunnel onder het Kallidromos-gebergte, deel uit van het OP voor de spoorwegen. Voor het zeer dure en moeilijke gedeelte Lianokladi-Domokos worden momenteel alternatieve oplossingen voor de verdubbeling van de spoorlijn gezocht, alvorens een definitieve beslissing voor de volgende programmeringsperiode wordt genomen. Wat het Cohesiefonds betreft heeft de Commissie geen enkele aanvraag om cofinanciering voor het project Lianokladi-Domokos ontvangen. Voor de betrokken as wordt wel reeds bijstand uit het Cohesiefonds verleend voor de elektrificatie van de tractie op het gedeelte Piraeus-Athene-Thessaloniki, de werken op de lijn Thessaloniki-Alexandroupoli en die op de lijn Evangelismos-Leptokaria Thriassio-Korinthe, het rangeerstation in Thriassio Pedio, een studie betreffende de verbinding tussen Thriassio en de haven van Piraeus en de werken op de lijn Paleofarsala-Kalambaka. De totale kosten van deze projecten bedragen 898 miljoen [fmxeuro], waarvan 560 miljoen uit het Cohesiefonds wordt betaald. Voor met name de werken op de lijn Paleofarsala-Kalambaka bedragen de kosten 34 miljoen [fmxeuro], waarvan de Gemeenschap 29 miljoen financiert. Als de lidstaat aanvragen indient voor nieuwe projecten of voor wijzigingen in de genoemde projecten, zullen deze worden onderzocht aan de hand van de vastgestelde prioriteitscriteria en in het licht van de financiƫle mogelijkheden van het Cohesiefonds. Er zij aan herinnerd dat een deel van de studies voor het vak Lianokladi-Domokos wordt gecofinancierd via de begrotingslijn voor Trans-Europese netwerken (TEN) (besluit van 1994 - bijdrage van 1,5 miljoen). Voorts wordt uit die begrotingslijn ook een gedeelte van de werken voor de verbreding van de spoorlijn Paleofarsalos-Kalambaka gecofinancierd (besluit van 1993 - bijdrage van 7 miljoen).