91998E3923

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3923/98 van Michl EBNER aan de Commissie. Leeftijdsgrens voor het uitoefenen van het beroep van buschauffeur

Publicatieblad Nr. C 182 van 28/06/1999 blz. 0135


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3923/98

van Michl Ebner (PPE) aan de Commissie

(4 januari 1999)

Betreft: Leeftijdsgrens voor het uitoefenen van het beroep van buschauffeur

De leeftijdsgrens voor buschauffeurs verschilt van lidstaat tot lidstaat; zo ligt deze in Italiƫ op 65 jaar (artikel 135, lid 6, van het wetboek van strafrecht), en in Oostenrijk en Duitsland op 70 jaar.

Bij controles heeft deze situatie reeds aanleiding gegeven tot rechtsonzekerheid.

- Kan de Commissie mededelen of een buschauffeur met Oostenrijks of Duits rijbewijs in Italiƫ ook slechts tot de leeftijd van 65 jaar als buschauffeur mag werken?

- Is de Commissie voornemens de regelingen inzake de leeftijdsgrens voor het uitoefenen van het beroep van buschauffeur binnen afzienbare tijd te harmoniseren?

Antwoord van de heer Kinnock namens de Commissie

(3 maart 1999)

Het geachte parlementslid wordt verwezen naar het antwoord dat de Commissie heeft gegeven op zijn schriftelijke vraag E-3997/97(1).

(1) PB C 22 van 17.7.1998.