91998E3369

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3369/98 van Graham WATSON aan de Commissie. Halfvolle melk

Publicatieblad Nr. C 297 van 15/10/1999 blz. 0068


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3369/98

van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie

(16 november 1998)

Betreft: Halfvolle melk

Kan de Commsisie bevestigen dat haar antwoord op vraag E-1368/98(1) juist is?

Is het niet in orde als de lidstaten verschillende prijzen voor volle en halfvolle melk berekenen?

Werd er bij de opstelling van artikel 4, lid 1, sub b) van verordening (EEG) 3392/98(2) rekening gehouden met overwegingen in verband met de gezondheid van kinderen?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(7 december 1998)

De Commissie bevestigt dat haar antwoord op schriftelijke vraag E-1368/98 van het geachte parlementslid correct is.

Volgens de communautaire regelgeving betreffende schoolmelksubsidies wordt het steunbedrag voor de verschillende zuivelproducten bepaald met inachtneming van het gehalte aan melkbestanddelen van de betrokken producten. Met andere woorden: het steunbedrag moet zijn gerelateerd aan de waarde van de producten. Daarmee wordt beoogd te bereiken dat de nettoverkoopprijs van de verschillende producten min of meer gelijk is, zodat de prijs geen rol zal spelen in de keuze die de leerlingen uit de producten maken. De verordeningen verplichten de lidstaten er echter niet toe om voor de verschillende producten dezelfde verkoopprijs te hanteren. Van de lidstaten wordt alleen verlangd dat zij de nodige maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de steun in mindering wordt gebracht op de prijs die de leerlingen betalen. Halfvolle melk en volle melk mogen dus tegen verschillende prijzen worden verkocht.

De Commissie is ervan overtuigd dat de toepassing van de communautaire schoolmelkregeling in overeenstemming is met het beleid dat op gezondheidsgebied wordt gevoerd.

(1) PB C 402 van 22.12.1998, blz. 119.

(2) PB L 306 van 11.12.1993, blz. 27.