91998E2938

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2938/98 van Graham WATSON aan de Commissie. Normen voor de veiligheid van zwembaden in hotels en vakantieoorden

Publicatieblad Nr. C 096 van 08/04/1999 blz. 0153


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2938/98

van Graham Watson (ELDR) aan de Commissie

(8 oktober 1998)

Betreft: Normen voor de veiligheid van zwembaden in hotels en vakantieoorden

Momenteel bestaat er geen communautaire regelgeving krachtens welke hotels en vakantieoorden verplicht zijn badmeesters te werk te stellen in hun zwembaden, meertalige informatie te verschaffen over hun zwemfaciliteiten of te zorgen voor reddingsmateriaal. Is de Commissie van mening dat dit een terrein is waarop regelgeving van de zijde van de EU is vereist?

Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie

(21 oktober 1998)

De Commissie is zich bewust van de gevaren die zwembaden kunnen vormen. Zo heeft zij alleen al in de loop van de laatste twee jaar door medefinanciering steun verleend aan de verwezenlijking van vier projecten betreffende de veiligheid in openbare zwembaden, het voorkomen van het verdrinken van kinderen, de voorkoming van ongevallen in zwembassins en de veiligheid en de kwaliteit van waterpretparken.

De aspecten die het veiligheidsniveau van de zwembaden bepalen, zijn vele. Naast de door de geachte afgevaardigde genoemde komen onder andere die welke verband houden met de constructie zelf van de baden, het onderhoud, de waterkwaliteit, de hygiënische kwaliteit van de bijkomende diensten en de opleiding van het personeel.

Met sommige van deze aspecten is rekening gehouden in communautaire richtlijnen; zo verhoogt bij voorbeeld richtlijn 89/106/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevende en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake voor de bouw bestemde producten(1) de intrinsieke veiligheid van de gebouwen, dekt richtlijn 89/686/EEG van de Raad van 21 december 1989 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgeving der lidstaten inzake persoonlijke beschermingsmiddelen(2) bij voorbeeld reddingsvesten en richtlijn 73/23/EEG van de Raad van 19 februari 1973 betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der lidstaten inzake elektrisch materieel bestemd voor gebruik binnen bepaalde spanningsgrenzen(3) onder andere de veiligheid van elektrische pompen, en dekken richtlijn 89/391/EEG van de Raad van 12 juni 1989 betreffende de tenuitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk(4) en de bijbehorende bijzondere richtlijnen de veiligheid en de gezondheid van de werknemers die hun functies in zwembaden uitoefenen.

Met andere aspecten wordt rekening gehouden in het kader van de Europese normalisatie. Zo wordt momenteel specifiek voor zwembaden een aantal vrijwillige normen uitgewerkt door het Europees Normalisatiecomité (CEN). Deze hebben bij voorbeeld betrekking op veiligheidsborden, drijvende afbakeningen of ook ladders.

Bepaalde andere aspecten, in het bijzonder die welke betrekking hebben op de exploitatie van zwembaden, zoals het toezicht op en de voorlichting aan de zwemmers en de terbeschikkingstelling van reddingsmateriaal, vallen onder de nationale bevoegdheid en de Commissie is momenteel niet voornemens die via een communautaire wetgeving te reglementeren.

Een richtlijn over de verantwoordelijkheid van de dienstverleners zou tot een betere bescherming ter zake hebben kunnen bijdragen, maar de Commissie heeft in 1994 een voorstel in die richting(5) moeten terugnemen als gevolg van het advies van het Parlement (speciaal van de juridische commissie en de commissie voor de rechten van de mens), van het advies van het Economisch en Sociaal Comité en van de door de Europese Raad van Edinburg uitgesproken opvattingen in verband met de subsidiariteit (artikel 3b).

(1) PB L 40 van 11.2.1989.

(2) PB L 339 van 30.12.1989.

(3) PB L 77 van 26.3.1973.

(4) PB L 183 van 29.6.1989.

(5) PB C 12 van 18.1.1991.