91998E2723

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2723/98 van Leonie van BLADEL aan de Commissie. Twijfels aan veiligheid kerncentrale op Cuba

Publicatieblad Nr. C 118 van 29/04/1999 blz. 0127


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2723/98

van Leonie van Bladel (UPE) aan de Commissie

(1 september 1998)

Betreft: Twijfels aan veiligheid kerncentrale op Cuba

1. Is de Commissie op de hoogte van de hervatting van de in 1981 begonnen en in 1992 gestagneerde bouw van een kerncentrale in Juragua op Cuba waarvan de constructie als "bouwvallig" wordt omschreven in een recent artikel in "The Independent"?

2. Is de Commissie bereid zich over de veiligheid van zowel de bouw als de reactoren, die binnen vier jaar gereed zouden zijn om in gebruik te worden genomen, te informeren?

3. Welke perspectieven biedt de waarnemerstatus van Cuba bij de ACS om deze zaak tot een bevredigende en veilige oplossing te brengen voor Cuba in het bijzonder, en de regio en de wereld in het algemeen, en is de Commissie bereid van deze nieuwe politieke relatie tussen de EU en Cuba gebruik te maken?

Antwoord van de heer Marín namens de Commissie

(9 oktober 1998)

De Commissie is op de hoogte van het voornemen van de Cubaanse autoriteiten om de bouw van de kerncentrale van Juragua te voltooien.

De internationale organisatie voor atoomenergie (IAEA) is bevoegd voor de nucleaire veiligheid in deze kerncentrale. Opgemerkt zij evenwel dat de veiligheidsmaatregelen van de IAEA slechts aanbevelingen zijn die niet als internationaal bindende normen kunnen worden aangemerkt.

Wat de toelating van Cuba als waarnemer tot de groep van landen van Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan betreft, heeft de Raad vastgesteld dat het verlenen van deze status aan dit land niet van invloed is op het besluit betreffende de toetreding van Cuba tot de Overeenkomst van Lomé. De Commissie vestigt bovendien de aandacht van het geachte parlementslid op het feit dat de betrekkingen tussen de Europese Unie en Cuba zijn geregeld in het gemeenschappelijk standpunt ten aanzien van dit land dat op 2 december 1996 werd vastgesteld en op 9 juni 1998 werd bevestigd.