SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2637/98 van de leden Otto von HABSBURG , Hiltrud BREYER , Charles GOERENS , Klaus-Heiner LEHNE , Claudia ROTH , Wilmya ZIMMERMANN , Karl HABSBURG- LOTHRINGEN aan de Commissie. Visumplicht voor Bulgarije en Roemenië
Publicatieblad Nr. C 096 van 08/04/1999 blz. 0126
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2637/98 van Otto von Habsburg (PPE) , Hiltrud Breyer (V) , Charles Goerens (ELDR) , Klaus-Heiner Lehne (PPE) , Claudia Roth (V) , Wilmya Zimmermann (PSE) en Karl Habsburg-Lothringen (PPE) aan de Commissie (1 september 1998) Betreft: Visumplicht voor Bulgarije en Roemeniƫ 1. Is de strategie voor de aanpassing van Bulgarije en Roemeniƫ aan de Europese Unie volgens de Commissie verenigbaar met de visumplicht voor burgers van deze landen? 2. Is de Commissie op de hoogte van de ten dele ondraaglijke omstandigheden bij de afgifte van visa aan Bulgaarse resp. Roemeense burgers die naar een EU-lidstaat willen reizen? Is de Commissie voornemens de vereisten en voorwaarden voor de afgifte van dergelijke visa te versoepelen en binnen afzienbare tijd af te schaffen? 3. Beschouwt de Commissie het aandeel van de zigeuners in de bevolking van deze twee landen als een belemmering voor het schrappen van deze landen van de Gemeenschappelijke Lijst overeenkomstig artikel 100 C van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschappen? Zo ja, waarom? Antwoord van de heer Monti namens de Commissie (10 november 1998) De Commissie is doende de ter beantwoording van de vraag nodige gegevens te verzamelen. Zij zal de resultaten van haar onderzoek zo spoedig mogelijk mededelen.