91998E2067

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2067/98 van Eluned MORGAN aan de Commissie. Export van levende dieren

Publicatieblad Nr. C 297 van 15/10/1999 blz. 0003


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2067/98

van Mair Morgan (PSE) aan de Commissie

(7 juli 1998)

Betreft: Export van levende dieren

Hoe wil de Commissie ervoor zorgen dat de handelaars die levende dieren uit de EU uitvoeren naar het Midden-Oosten en Noord-Afrika en die exportrestituties ontvangen, de dieren menselijk behandelen?

Is de Commissie voornemens te bevorderen dat de EU meer geslachte en minder levende dieren naar derde landen exporteert?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(22 september 1998)

Om naar derde landen vervoerde runderen beter te beschermen heeft de Raad eind vorig jaar een voorstel van de Commissie aangenomen waardoor de betaling van uitvoerrestituties afhankelijk zal worden gesteld van naleving van de voorschriften inzake de bescherming van dieren tijdens het vervoer (zie Verordening (EG) 2634/97 van 18 december 1997 tot wijziging van Verordening (EEG) 805/68 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector rundvlees(1)). Inmiddels heeft de Commissie in maart 1998 uitvoeringsbepalingen vastgesteld (zie Verordening (EG) 615/98 van 18 maart 1998 houdende bijzondere uitvoeringsbepalingen voor het stelsel van uitvoerrestituties met betrekking tot het welzijn van levende runderen tijdens het vervoer ervan(2)). Belangrijke bepalingen zijn dat elke partij runderen bij het verlaten van de Gemeenschap moet worden gecontroleerd en dat geregeld of bij vermoedelijke bijzondere risico's controles op aankomende partijen runderen zullen worden uitgevoerd door een onafhankelijke dierenarts. Deze voorschriften zijn sinds 1 september 1998 van toepassing.

De Commissie stelt momenteel niet voor maatregelen te nemen om exporten van levende dieren waarbij de geldende voorschriften inzake het welzijn van dieren in acht worden genomen, af te remmen. De uitvoer van levende runderen is een traditionele handelsactiviteit en omdat de interne prijzen in de Unie hoger zijn dan de prijzen in derde landen, wordt een uitvoerrestitutie toegekend. Al sinds de start van de gemeenschappelijke marktordening voor rundvlees in 1968 worden uitvoerrestituties betaald. In sommige derde landen bestaat een specifieke vraag naar ingevoerde levende dieren. Als de Unie geen levende dieren te koop aanbiedt, zullen andere landen dat wel doen en zal de Gemeenschap de betrokken markt kwijtraken.

Op zijn minst om de drie maanden worden uitvoerrestituties voor rundvlees en levende runderen vastgesteld en in het Publicatieblad bekendgemaakt. Deze uitvoerrestituties worden naar bestemming gedifferentieerd. Voor de bestemmingen waarvoor de restitutie het hoogst is, geldt momenteel voor levende runderen, andere dan raszuivere fokdieren, een restitutie van 52 ecu/100 kg levend gewicht voor mannelijke runderen en van 22,50 ecu/100 kg levend gewicht voor vrouwelijke runderen. De restitutie voor vers vlees van volwassen mannelijke runderen bedraagt 110,50 ecu/100 kg geslacht gewicht.

(1) PB L 356 van 31.12.1997.

(2) PB L 82 van 19.3.1998.