SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0823/98

van Jan Sonneveld (PPE) aan de Commissie

(9 maart 1998)

Betreft: Europees model voor een gezondheidscertificaat bij de export van droge pluimveemest

De intracommunautaire handel in droge onverwerkte pluimveemest wordt in de praktijk gehinderd door het ontbreken van certificaten die de veterinaire aspecten van de mest beschrijven. In de bijlage bij beschikking nr. 96/103/EG van 25 januari 1996 van de Commissie(1) wordt aangekondigd dat de Commissie een model voor een gezondheidscertificaat zal opstellen. Sindsdien zijn er twee jaar verstreken en ligt er nog geen concept van het Europees model. De lidstaat Duitsland heeft nu op eigen initiatief een gezondheidscertificaat opgesteld voor de handel in droge onverwerkte pluimveemest.

1. Heeft de Europese Commissie kennis genomen van het Duitse gezondheidscertificaat voor de export van droge pluimveemest?

2. Is het Duitse gezondheidscertificaat rechtsgeldig?

3. Zou de Commissie het op prijs stellen wanneer er ook door andere lidstaten eigen gezondheidscertificaten worden opgesteld?

4. Zou de Commissie het Duitse gezondheidscertificaat willen nemen als het uitgangspunt voor het eigen model?

5. Binnen welk tijdsbestek zou de Commissie op basis van het Duitse gezondheidscertificaat een eigen concept-model voor een gezondheidscertificaat voor de export van droge pluimveemest kunnen presenteren?

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie

(23 april 1998)

Op grond van de ervaring op het gebied van het handelsverkeer en de invoer van mest heeft de Commissie Beschikking 96/103/EG van de Commissie van 25 januari 1996 goedgekeurd houdende wijziging van bijlage I, hoofdstuk 14, van Richtlijn 92/118/EEG van de Raad tot vaststelling van de veterinairrechtelijke en de gezondheidsvoorschiften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van produkten waarvoor ten aanzien van deze voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving geldt als bedoeld in bijlage A, hoofdstuk I, van Richtlijn 89/662/EEG, en, wat ziekteverwekkers betreft, van Richtlijn 90/425/EEG(2). Deze beschikking bepaalt dat de mest vergezeld dient te gaan van een gezondheidscertificaat waarvan het model na advies van het Permanent Veterinair Comité door de Commissie moet worden vastgesteld.

De Commissie is niet op de hoogte van een door de lidstaten vastgesteld gezondheidscertificaat. Zij zal navraag doen over het bestaan hiervan en in voorkomend geval nagaan of het in overeenstemming is met het Gemeenschapsrecht.

Aangezien momenteel prioriteit wordt verleend aan andere gebieden van de veterinaire en zoötechnische wetgeving kan de Commissie geen precieze datum geven voor de indiening van een ontwerp-gezondheidscertificaat voor het handelsverkeer in verwerkte mest van pluimvee.

(1) PB L 24 van 31.1.1996, blz. 28.

(2) PB L 24 van 31.1.1996.