91998E0821

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 821/98 van José APOLINÁRIO aan de Commissie. Communautair initiatief LEADER en toerisme

Publicatieblad Nr. C 323 van 21/10/1998 blz. 0080


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0821/98 van José Apolinário (PSE) aan de Commissie (26 maart 1998)

Betreft: Communautair initiatief LEADER en toerisme

Kan de Commissie mededelen welk totaalbedrag per lidstaat is toegekend voor acties en projecten in het kader van het communautaire initiatief LEADER, specifiek bestemd voor het toerisme, gedurende de financiële programmeringsperiode 1994-1999?

Antwoord van de heer M. Fischler namens de Commissie (23 april 1998)

Een van de kenmerken van het communautair initiatief Leader II is met name het overeenkomstige het subsidiariteitsbeginsel gedecentraliseerd wordt uitgevoerd met inachtneming van de institutionele bevoegdheden van elke lagere overheid. Voor de programma's die de Commissie in het kader van dit initiatief voor elke lidstaat of iedere regio goedkeurt, wordt een totaalbedrag toegekend dat verdeeld wordt over vier maatregelen (het verwerven van deskundigheid, plaatselijke groepen, andere actoren met een collectief karakter en transnationale samenwerking).

Overeenkomstig de mededeling aan de lidstaten betreffende het communautair initiatief Leader II ((PB C 180 van 1.7.1994. )) kan ieder innovatieprogramma voor het platteland van elke plaatselijke groep (een aantal partners uit de overheids- en particuliere sector die gezamenlijk een multisectorale ontwikkelingsstrategie uitwerken voor een door samenhang gekenmerkt gebied met een lokale dimensie) betrekking hebben op verscheidene bijstandsterreinen: technische bijstand voor plattelandsontwikkeling, beroepsopleiding en steun voor indienstneming van personeel, plattelandstoerisme, kleine bedrijven, ambachtelijke bedrijven en basisvoorzieningen, valorisatie ter plaatse en verkoop van plaatselijke producten van land- en bosbouw en visserij, alsmede bescherming en verbetering van het milieu en van de kwaliteit van het bestaan.

De Commissie heeft niet deelgenomen aan de selectie van de plaatselijke groepen (ongeveer 800 in de 15 lidstaten) en de lidstaten zijn bevoegd om de door de plaatselijke groepen uit te voeren innovatieprogramma's goed te keuren. Het beslissingspartnerschap op regionaal niveau is bevoegd om de afzonderlijke projecten te selecteren met inachtneming van de beleidslijnen van de Gemeenschap en van de criteria om voor bijstand uit de structuurfondsen in aanmerking te komen.

Aangezien plattelandstoerisme een breed scala van activiteiten omvat, varieert de betekenis van het plattelandstoerisme van lidstaat tot lidstaat en van groep tot groep, naargelang van de mogelijkheden om toeristische projecten op te zetten en de plaats die deze activiteit bekleedt in het ontwikkelingsprogramma van iedere plaatselijke groep.

De met Leader I opgedane ervaring leert en de eerste mededelingen voor Leader II laten voorzien dat in deze programmeringsperiode (1994-1999) naar schatting 40 % van de totale bijdrage van de Gemeenschap van 1700 miljoen ECU of ongeveer (680 miljoen ECU) naar het plattelandstoerisme gaat. Wanneer ook rekening gehouden wordt met nationale en particuliere bijdragen, kunnen de investeringen voor plattelandstoerisme in het kader van Leader op ongeveer 1300 miljoen ECU worden geraamd.

De Commissie zal zeer binnenkort beschikken over een verslag betreffende de evaluatie achteraf van het Leader I-programma, waardoor een gedetailleerd overzicht over de activiteiten in verband met het plattelandstoerisme zal worden verkregen.