91998E0791

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 791/98 van André LAIGNEL aan dee Raad. Initiatief om de arbeidstijd in heel de Europese Unie op 35 uur per week te brengen

Publicatieblad Nr. C 304 van 02/10/1998 blz. 0159


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0791/98 van André Laignel (PSE) aan de Raad (16 maart 1998)

Betreft: Initiatief om de arbeidstijd in heel de Europese Unie op 35 uur per week te brengen

In heel de Europese Unie zou een vermindering van de arbeidstijd tot 35 uur per week ongetwijfeld gunstige gevolgen hebben voor de werkgelegenheid, de kwaliteit van het leven van de Europese burgers en gelijke kansen op de arbeidsmarkt.

Daartoe is een duidelijk signaal van de Raad nodig. Hoe en op welke termijn denkt de Raad de sociale wetgevingen naar boven toe te kunnen harmoniseren, met name door de wettelijke arbeidsduur in alle lidstaten van de Europese Unie op 35 uur per week vast te stellen?

Antwoord (4 juni 1998)

De Raad herinnert het geachte parlementslid eraan dat de werkgelegenheidsrichtsnoeren voor 1998, die hij op 15 december 1997 heeft aangenomen ((PB C 30 van 28.01.1998, blz. 1. )), onder meer tot doel hebben het aanpassingsvermogen van de ondernemingen en van hun werknemers te bevorderen, met name via de modernisering van de arbeidsorganisatie. Daarom verzoekt de Raad de sociale partners op de gepaste niveaus door middel van onderhandelingen overeenstemming te bereiken over regelingen die de ondernemingen productief en concurrerend maken en het vereiste evenwicht tussen flexibiliteit en zekerheid tot stand brengen. In de richtsnoeren wordt verduidelijkt dat "deze regelingen bijvoorbeeld betrekking kunnen hebben op het vaststellen van de arbeidstijden op jaarbasis, arbeidstijdverkorting, beperking van overwerk, uitbreiding van deeltijdarbeid, levenslang leren en loopbaanonderbreking¨.

Het is het geachte parlementslid stellig bekend dat luidens artikel 118 B van het Verdrag van Amsterdam, dat zich momenteel in het ratificatiestadium bevindt, "de dialoog tussen de sociale partners op communautair niveau kan leiden tot contractuele betrekkingen, met inbegrip van overeenkomsten en de tenuitvoerlegging van de op communautair niveau gesloten overeenkomsten, op gezamenlijk verzoek van de ondertekenende partijen, door een besluit van de Raad op voorstel van de Commissie kan geschieden¨.

Wat het door het geachte parlementslid genoemde initiatief betreft om de arbeidstijd in de Europese Unie op 35 uur per week te brengen, wenst de Raad op te merken dat de Commissie hierover geen enkel voorstel heeft ingediend.