SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 428/98 van Spalato BELLERE' aan de Commissie. Vertegenwoordigingen van de Commissie
Publicatieblad Nr. C 304 van 02/10/1998 blz. 0100
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0428/98 van Spalato Belleré (NI) aan de Commissie (24 februari 1998) Betreft: Vertegenwoordigingen van de Commissie In vele landen van de wereld en bij de internationale instellingen wordt de Europese Unie vertegenwoordigd door de Commissie, die daartoe hoge ambtenaren aanstelt met de rang van ambassadeur. De betrekkingen tussen de Europese Unie en deze landen zijn overwegend van politieke en economisch/commerciële aard. In bepaalde regio's gaat het vooral om samenwerking en hulpverlening in het kader van specifieke meerjarenprogramma's. De ambassadeur vervult derhalve een essentiële functie in de betrekkingen tussen de Unie en deze landen. Kan de Commissie mededelen op welke wijze en volgens welke criteria deze politieke mandaten worden vergeven? Kan de Commissie voorts mededelen welk orgaan of welke instantie toezicht houdt op de activiteiten van de vertegenwoordigingen en meer in het algemeen op het functioneren en het beheer van de diplomatieke dienst? Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie (17 maart 1998) De hoofden van de delegaties van de Commisie worden geselecteerd aan de hand van de voorschriften van de Commissie inzake de benoeming van ambtenaren voor kaderfuncties. Voorstellen voor kandidaat-delegatiehoofden worden bovendien voorgelegd aan de Antici-groep (Raad) waar de lidstaten hun advies kunnen uitbrengen. Indien er geen bezwaren zijn wordt een verzoek om agrement ingediend bij de regering van het toekomstige land van de standplaats. Pas wanneer een agrement is verkregen en de geloofsbrieven zijn overhandigd aan het staatshoofd, kan het nieuwe delegatiehoofd zijn functies volledig uitoefenen. Er zijn veel controlerende instanties, zoals bij de Commissie het directoraat dat belast is met het beheer van de externe dienst dat toeziet op de goede dagelijkse werking van de delegaties en kantoren, de algemene directoraten die geografisch verantwoordelijk zijn, de financiële controle en tenslotte de inspectiedienst van de delegaties. Bovendien is er een externe controlerende instantie, de Rekenkamer, en natuurlijk het Parlement dat overeenkomstig de bepalingen van het Verdrag het beheer van de Commissie controleert.