91998E0287

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 287/98 van Mirja RYYNÄNEN aan de Commissie. Status van de overkoepelende organisatie van studentenbonden ESIB (Nationale Bonden van Studenten in Europa) als deskundig orgaan in de EU op het gebied van onderwijsvraagstukken

Publicatieblad Nr. C 304 van 02/10/1998 blz. 0070


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0287/98 van Mirja Ryynänen (ELDR) aan de Commissie (17 februari 1998)

Betreft: Status van de overkoepelende organisatie van studentenbonden ESIB (Nationale Bonden van Studenten in Europa) als deskundig orgaan in de EU op het gebied van onderwijsvraagstukken

In het kader van de voorbereiding van haar komende activiteiten (o.a. nieuwe onderwijs- en uitwisselingsprogramma's) streeft de Commissie van de EU naar samenwerking met de autoriteiten van de lidstaten en bijvoorbeeld de nationale organisaties die de doelgroepen van de programma's vormen. De studenten aan de instellingen voor hoger onderwijs in de landen van de EU worden vertegenwoordigd door de nationale studentenbond, die in de meeste gevallen de studenten voor 100% vertegenwoordigt en waarvan de positie berust op de nationale wetgeving. De overkoepelende organisatie van deze nationale bonden in Europa is de ESIB - Nationale Bonden van Studenten in Europa. De ESIB vertegenwoordigt 27 nationale bonden en meer dan zes miljoen studenten aan instellingen voor hoger onderwijs in Europa. De ESIB, en daarmee de nationale bonden, zouden wegens hun status en representativiteit op nationaal vlak een bijzondere rol moeten krijgen bij de voorbereiding van het onderwijsbeleid en de onderwijsprogramma's.

De Commissie heeft diverse studentenorganisaties uitgenodigd bij haar instellingen en op haar hoorzittingen en hun advies ingewonnen. Tegelijkertijd echter is de overkoepelende organisatie (ESIB) van de studentenbonden, die op nationaal niveau een officiële positie hebben verkregen, gepasseerd.

1. Welke status geeft de Commissie in het kader van haar voorbereidingswerkzaamheden aan de overkoepelende organisatie (ESIB) die alle studentenbonden vertegenwoordigt die op nationaal niveau een officiële positie hebben verkregen?

2. Wat denkt de Commissie te doen om de betreffende organisatie regelmatig te betrekken bij de voorbereiding van de besluitvorming van de EU?

Antwoord van mevrouw Cresson namens de Commissie (8 april 1998)

Bij de voorbereiding van toekomstige communautaire acties op onderwijsgebied houdt de Commissie altijd zorgvuldig rekening met de meningen van de betrokkenen.

In deze geest heeft de Commissie in november 1997 de mededeling "Voor een Europa van de kennis¨ ((COM(97)563 def. )) goedgekeurd, waarin de richtsnoeren voor haar toekomstige acties voor de periode 2000-2006 worden geschetst en die bedoeld is om discussies op alle niveaus te stimuleren, waarbij organisaties die docenten, studenten, universiteiten en de sociale partners betrokken worden. Deze discussies zullen de Commissie van nut zijn bij het uitwerken van haar voorstellen voor de nieuwe generatie communautaire programma's op het gebied van onderwijs, opleiding en jeugd.

Zich bewust van de belangrijke rol die studentenorganisaties bij de uitvoering van communautaire programma's op onderwijsgebied kunnen spelen, heeft de Commissie gedurende de eerste 10 jaar van het Erasmus-experiment de oprichting van sectoriële studentenorganisaties aangemoedigd (die studenten van een bepaalde studierichting uit heel Europa bijeenbrengen), alsmede de samenwerking van Europese verenigingen met universiteiten bij activiteiten zoals het ontvangen van Erasmus-studenten uit andere lidstaten.

Bovendien, overeenkomstig artikel 5 van Besluit nr. 819/95/EG van het Parlement en de Raad van 14 maart 1995 tot instelling van het communautaire actieprogramma Socrates ((PB L 87 van 20.4.1995. )), "raadpleegt de Commissie de sociale partners en de verenigingen die zich op Europees niveau met onderwijs bezighouden en brengt [zij] het comité op de hoogte van hun opvattingen¨. Alle non-gouvernementele organisaties (NGO's) met een Europese dimensie die zich bezighouden met onderwijs, met inbegrip van het Europees studentenvoorlichtingsbureau (ESIB), hebben aan de laatste raadpleging (9-10 februari 1998) deelgenomen.

De Commissie is voornemens de studentendeelname aan de programma's te blijven versterken, evenals de dialoog met de studentenorganisaties. Evenwel beoogt de Commissie momenteel geen officiële status voor enige op onderwijsgebied werkzame NGO, noch voor enige studentenorganisatie. Zij zal doorgaan met het raadplegen van alle relevante organisaties op basis van gelijkheid, overeenkomstig artikel 5 van het bovengenoemde besluit.

Gezien de leidende rol van de ESIB zullen zijn opmerkingen aangaande huidige en toekomstige communautaire programma's altijd door de Commissie welwillend worden ontvangen.