91998E0266

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 266/98 van Yiannis ROUBATIS aan de Commissie. Taktiek van het Tudjman-regime in Kroatië

Publicatieblad Nr. C 323 van 21/10/1998 blz. 0029


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-0266/98 van Yiannis Roubatis (PSE) aan de Commissie (13 februari 1998)

Betreft: Taktiek van het Tudjman-regime in Kroatië

Volgens een bericht in de International Herald Tribune heeft het Tudjman-regime in Kroatië een rechtsvervolging ingesteld tegen het "Croatian Helsinki Committee¨ en tegen de onafhankelijke krant "Feral Tribune¨. Het regime probeert ook Kroatische en buitenlandse bewindsonvriendelijke organisaties te controleren of zelfs te ontbinden, evenals filialen van buitenlandse ondernemingen, humanitaire organisaties en andere NGO's die ijveren voor de onafhankelijkheid van de media, de democratie en de mensenrechten in Kroatië.

De verklaring van het Tudjman-regime voor deze vervolging is dat al deze organisaties een "gevaarlijke buitenlandse ideologie¨ in Kroatië binnenbrengen.

Kan de Commissie antwoorden op de volgende vragen:

1. Is zij op de hoogte van deze tactiek van het Tudjman-regime?

2. Is zij van plan de vervolgde organisaties in Kroatië te financieren en met alle mogelijke middelen te steunen?

3. Zal zij de Kroatische president vragen een eind te stellen aan de vervolging van organisaties die ijveren voor de onafhankelijkheid van de media, de mensenrechten en de democratie in Kroatië?

Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie (13 maart 1998)

De Commissie deelt de bezorgdheid van het geachte Parlementslid met betrekking tot de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting in Kroatië, vooral in verband met de recente wetten en restrictiemaatregelen tegen de activiteiten van niet-gouvernementele organisaties en de onafhankelijke media. De Commissie heeft haar verontrusting reeds meerdere malen op verschillende niveaus geuit bij haar contacten met de Kroatische autoriteiten.

Eerbiediging van de mensenrechten is een van de voorwaarden voor betere betrekkingen tussen Kroatië en de Gemeenschap. Vrijheid van meningsuiting en Vrijheid van vereniging worden zelfs uitdrukkelijk genoemd in de conclusies van de Raad van 29 april 1997, waarin de voorwaarden worden vastgelegd voor de ontwikkeling van bilaterale betrekkingen met de landen die deel uitmaken van de regionale aanpak van de Gemeenschap tegenover Zuidoost-Europa.

De Commissie geeft steun (bijna 5,5 miljoen ecu tot heden) aan organisaties van de civiele maatschappij, groepen die toezien op de naleving en zorgen voor de verdediging van de mensenrechten en de onafhankelijke media en zal op deze gebieden steun blijven geven.

Verder wordt het geachte Parlementslid verwezen naar het antwoord op de schriftelijke vraag E-3946/97 van de heer Swoboda ((PB C 187 van 16.6.1998, blz. 99. )) en naar de toespraak van de Commissie tijdens de plenaire zitting met betrekking tot de mensenrechten en de burgerlijke maatschappij in Kroatië van 18 december 1997.