SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3972/97 van Gianni Tamino (V) aan de Commissie (12 december 1997)

Betreft: Overheidsopdrachten en MER voor de 'Cispadana'-weg

De Italiaanse pers ("La Nuova Ferrara van 1 november 1997) heeft bericht dat de dienst contracten van de ANAS te Rome de inschrijvingsprocedure heeft gestart voor het eerste traject van de tweede fase van de "Cispadana¨-weg. Het gaat om een kort traject van 3,7 km over het grondgebied van de gemeente S.Agostino (FE), dat 38 miljard lire moet gaan kosten. Het totale project bestaat uit een autoweg zonder gelijkvloerse kruisingen met een totale lengte van 24,7 km (wat de provincie Ferrara betreft). Het is ongeveer 30 jaar geleden uitgewerkt en nooit meer bijgewerkt of aangepast aan de veranderingen in de ruimte ordening die intussen hebben plaatsgevonden; zo omvat het viaducten door de betrokken gemeenten (S.Carlo - S.Agostino), die daardoor in tweeën zouden worden gedeeld. Het totale project zou worden opgesplitst in drie uitvoeringsfases, waarvan de tweede nog eens in twee trajecten. In het gebied waar de "Cispadana¨ is gepland, zou voor het ogenblik slechts dit éne, zeer korte traject worden gerealiseerd, dat niet zou zijn aangesloten op het grote wegennet, terwijl in datzelfde gebied al jaren de nationale weg SS N.r 16 "Adriatica¨ en de E 45 op hun voltooiing liggen te wachten.

Het project voor de "Cispadana¨-weg is nooit aan de bij communautaire richtlijn vereiste MER onderworpen, en er is nooit een Europese inschrijving geweest.

Acht de Commissie het noodzakelijk dat het gehele project "Cispadana¨ wordt onderworpen aan een MER en acht de Commissie het toelaatbaar dat een project van in totaal meer dan 300 miljard lire wordt opgesplitst in overheidsopdrachten per traject om de Europese regelgeving inzake overheidsopdrachten te omzeilen?

Antwoord van mevrouw Bjerregaard namens de Commissie (5 februari 1998)

Daar de Commissie niet op de hoogte is van het door het geachte Parlementslid genoemde project, zal zij de nodige stappen ondernemen om er gedetailleerde informatie over te verzamelen en om de naleving van de communautaire wetgeving te garanderen.

De Commissie verzoekt het geachte Parlementslid niettemin de details van de in schriftelijke vragen vermelde projecten nauwkeuriger te beschrijven om haar de kans te geven een voorlopige beoordeling te maken.

Wat de Europese regelgeving inzake overheidsopdrachten betreft, is de opsplitsing van overheidsopdrachten in onderdelen op zich geen schending van die regelgeving. In artikel 6 van Richtlijn 93/37/EEG van de Raad van 14 juni 1993 betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor de uitvoering van werken ((PB L 199 van 9.8.1993. )) is alleen vastgesteld dat bij het bepalen van het bedrag dat als criterium dient voor het al dan niet toepassen van de richtlijn, met de waarde van elk onderdeel rekening moet worden gehouden. In elk geval is de waarde van het door het geachte Parlementslid genoemde traject van 3,7 km op zich alleen al groter dan bovenvermeld bedrag.

De Commissie zal bij de Italiaanse autoriteiten nagaan waarom voor de door het geachte Parlementslid vermelde overheidsopdracht geen aanbesteding is uitgeschreven en of in dit geval de voorwaarden vervuld zijn voor het openen van een inbreukprocedure tegen Italië volgens artikel 169 van het EG-Verdrag.