91997E3756

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3756/97 van Amedeo AMADEO aan de Commissie. Politiek asiel voor de Koerden

Publicatieblad Nr. C 174 van 08/06/1998 blz. 0119


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-3756/97 van Amedeo Amadeo (NI) aan de Commissie (17 november 1997)

Betreft: Politiek asiel voor de Koerden

Koerden zijn geen bandieten en ook geen illegalen, en de vluchtelingen van Koerdische oorsprong althans die nu in Italië aankomen, doen een internationaal politiek-asielprobleem rijzen.Men mag niet vergeten dat deze mensen, in een verborgen oorlog welke de beschaafde wereld helaas onberoerd laat, bestreden en opgejaagd worden, vaak het slachtoffer zijn van gewelddadige onderdrukking, en noch in de gebieden onder Iraakse heerschappij noch in die onder Iraanse, Syrische of Turkse heerschappij vrede kennen.

Als de Koerden geen recht op een vluchtelingenstatus hebben dan heeft niemand er recht op. Geen enkele internationale organisatie blijkt bereid te zijn de eerste stap te zetten, zelfs niet op louter humanitair vlak. Bij het uitwissen van die schandvlek moet Europa vooraan staan.

Het is tijd dat Europa zich bezint op de betekenis in een beschaafde samenleving van de begrippen politiek asiel, deugdelijke opvang en toegang tot het arbeidsproces in de landen van de Europese Unie.

Is de Commissie, gezien het feit dat Apulië ingevolge de Schengen-akkoorden niet langer als een Italiaanse maar als een Europese grens beschouwd moet worden, bereid het tragische probleem van de Koerden met spoed op Europees niveau aan te pakken en tegelijk deze kwestie onverwijld aan de Veiligheidsraad van de VN voor te leggen?

Onderstreept zij immers dat het negeren van het "Koerdenvraagstuk¨ zowel een massale stroom van vluchtelingen naar Europa teweeg kan brengen als de oorzaak kan zijn van een gevaarlijk onbeheersbaar militair conflict van catastrofale omvang.

Antwoord van de heer Van den Broek namens de Commissie (10 december 1997)

Het toekennen van de status van vluchteling aan asielzoekers in de lidstaten behoort tot de bevoegdheid van de lidstaten. Een gemeenschappelijk standpunt inzake de geharmoniseerde toepassing van de definitie van de term "vluchteling¨ in artikel 1 van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 ((Gemeenschappelijk standpunt van 4 maart 1996 door de Raad vastgesteld op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de geharmoniseerde toepassing van de definitie van de term "vluchteling¨ in artikel 1 van het Verdrag van Genève van 28 juli 1951 betreffende de status van vluchtelingen (PB L 63 van 13.3.1996). )), waar de Commissie het geachte Parlementslid naar moge verwijzen, is echter goedgekeurd in het kader van de samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken krachtens Titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie.

Het probleem van mensen die Irak ontvluchten werd ter sprake gebracht in de Raad Algemene Zaken op 6 oktober 1997, alsook op een vergadering van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in Mondorf op 9 en 10 oktober 1997. Deze kwestie wordt momenteel bestudeerd door de terzake bevoegde groepen van de Raad.