SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3747/97 van Roberta ANGELILLI aan de Commissie. Modelprojecten in steden
Publicatieblad Nr. C 187 van 16/06/1998 blz. 0048
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3747/97 van Roberta Angelilli (NI) aan de Commissie (21 november 1997) Betreft: Modelprojecten in steden In het informatiebulletin Europa Regioni - nr. 30 van 19 september 1997 - van de Associazione Italiana per il Consiglio dei Comuni e delle Regioni di Europa (Italiaanse vereniging van de Raad van gemeenten en regio's van Europa) staat een artikel over modelprojecten in steden ter bevordering van de sociaaleconomische ontwikkeling van probleemwijken. Zoals bekend vallen deze projecten onder de innovatieve acties waarin artikel 10 van de EFRO-verordening voorziet. De Commissie blijkt meer dan 500 subsidieaanvragen te hebben ontvangen. Van de aanvragen voor modelprojecten in steden zijn er 26 goedgekeurd waaronder voor Italië de projecten van de steden Turijn, Napels, Brindisi en Milaan. Kan de Commissie aangeven 1. of er ook door andere Italiaanse steden, inzonderheid Rome, subsidieaanvragen zijn ingediend en, 2. zo ja, waarom deze dan zijn verworpen? Antwoord van mevrouw Wulf-Mathies namens de Commissie (19 december 1997) Nadat de Commissie haar oproep had gepubliceerd ((PB C 319 van 30.11.1995. )) om voorstellen in te dienen voor stedelijke modelprojecten in het kader van artikel 10 van de verordening betreffende het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling ((PB L 193 van 31.7.1993. )), heeft zij in totaal 503 projecten ontvangen. Daar waren 119 projecten van Italiaanse steden bij, waaronder drie van organisaties in Rome. Deze grote belangstelling uit Italië heeft ertoe geleid dat tot de 26 steden die in de Gemeenschap als geheel werden geselecteerd, vier Italiaanse steden behoren. Alle projecten zijn zeer zorgvuldig en streng beoordeeld met hulp van externe deskundigen. Het evaluatieproces was erop gericht ervoor te zorgen dat alle projecten een eerlijke beoordeling kregen. Voortdurend is daarbij uitgegaan van de criteria zoals vermeld in de oproep tot het indienen van voorstellen: - voorrang zou worden gegeven aan steden met problemen die zij met een aantal andere steden gemeen hebben; - de projecten moesten innovatief zijn en een voorbeeldfunctie kunnen vervullen; - zij moesten worden gekenmerkt door een sterk partnerschap tussen de overheid en andere sociaal-economische partners; - de voorgestelde acties moesten een positief effect hebben op de werkgelegenheid. Wegens het grote aantal aanvragen kunnen geen bijzonderheden met betrekking tot individuele steden worden verstrekt. Het is echter duidelijk dat gezien de beperkte financiële middelen alleen de allerbeste projecten konden worden geselecteerd.