SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3691/97 van Kirsi PIHA aan de Commissie. De gekke-koeienziekte
Publicatieblad Nr. C 174 van 08/06/1998 blz. 0101
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3691/97 van Kirsi Piha (PPE) aan de Commissie (19 november 1997) Betreft: De gekke-koeienziekte De gekke-koeienziekte (BSE) is, zoals de Commissie weet, in de lidstaten een delicaat probleem dat veel emotie oproept. Het Parlement eist van de Commissie opheldering inzake het voorkomen en het verloop van de ziekte en het parlementslid Böge heeft voor de tijdelijke enquêtecommissie een verslag opgesteld dat binnenkort door het Parlement behandeld zal worden. Nadat de BSE-crisis over haar hoogtepunt heen was is er in België een nieuw geval van BSE ontdekt. De verspreiding van de ziekte door het vervoer en de verkoop van vlees uit andere landen heeft het wantrouwen van de burgers gewekt ten opzichte van de vrije markt. Welke maatregelen gaat de Commissie nemen om de verspreiding van BSE te stoppen? Antwoord van mevrouw Bonino namens de Commissie (9 januari 1998) Het nieuwe BSE-geval dat in België is geconstateerd, bevestigt nog weer eens de noodzaak om de waakzaamheid ten aanzien van de epidemie voort te zetten en zo nodig nog te intensiveren voor alle kringen die daarbij betrokken zijn, te beginnen met de Commissie. De maatregelen ter bestrijding van de BSE die de Commissie reeds had genomen, zullen dus van kracht blijven, eventueel aangepast en waar nodig nog strenger gemaakt. Deze maatregelen betreffen vooral als veevoeder gebruikt vlees- en beendermeel, alsmede de veterinaire inspectie en controle. Voorts heeft de Commissie een voorstel betreffende de controle op de OSE in voorbereiding. Tot andere maatregelen is reeds of zal binnenkort worden besloten. Deze betreffen in de eerste plaats het onderzoek inzake de overdraagbare spongiforme encefalopathieën (OSE), waarvoor het streven naar coördinatie tussen de lidstaten en naar financiering zal worden voortgezet of geïntensiveerd, dan de geïdentifieerde gevaarlijke materialen en de als veevoeder bestemde meelsoorten, waarvoor de Commissie voorbereidingen treft om binnenkort nieuwe voorstellen in te dienen, ten derde de controle en het toezicht op de volledige rundvee-distributielijn, waartoe reeds in 1997 de personeelssterkte werd verhoogd, wat in 1998 nog verder zal gebeuren, en ten slotte de traceerbaarheid van runderen, met ingang van 1 januari 1998. Zoals de geachte afgevaardigde kan vaststellen heeft de Commissie dus allerminst het voornemen haar inspanningen op dit gebied te verminderen, maar deze juist op te voeren, niet alleen om de verspreiding van de BSE in te perken, maar om deze epidemie zo snel mogelijk uit te roeien.