91997E3679

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 3679/97 van Patricia McKENNA aan dee Raad. Repressie door de Birmaanse autoriteiten

Publicatieblad Nr. C 187 van 16/06/1998 blz. 0038


SCHRIFTELIJKE VRAAG E-3679/97 van Patricia McKenna (V) aan de Raad (19 november 1997)

Betreft: Repressie door de Birmaanse autoriteiten

Op 28 oktober 1997 werden diverse arrestaties verricht toen leden van de Nationale Liga voor Democratie (NLD) probeerden te vergaderen in een kantoor in de gemeente Mayangone nabij de Birmaanse hoofdstad Rangoon. De activisten wilden vergaderen met hun leider Aung San Suu Kyi, maar stootten daarbij op barricades van de veiligheidstroepen.

Op het moment dat ik deze vraag opstel, worden acht van de arrestanten nog steeds vastgehouden. Mensenrechtenorganisaties sluiten niet uit dat zij gefolterd zijn.

Is de Raad op de hoogte van dit incident? Wat heeft hij ondernomen? Zal hij de aanhoudende onderdrukking van vreedzame activiteiten in Birma op de volgende EU/ASEAN-vergadering ter sprake brengen? Overweegt de Raad nieuwe economische sancties tegen Birma als er aan dit soort incidenten geen einde komt?

Antwoord (19 maart 1998)

Op 6 oktober 1997 heeft de Raad van de Europese Unie besloten het gemeenschappelijk standpunt betreffende Birma opnieuw voor een periode van zes maanden te verlengen. Dit standpunt was aangenomen op 28 oktober 1996 ((PB L 287 van 08.11.1996. )); het behelst administratieve sancties zoals beperkte bewegingsvrijheid van al het militaire personeel van diplomatieke missies van Birma in de Europese Unie, een verbod op alle verkoop van militaire uitrusting aan Birma, visumbeperkingen voor de leden van de heersende junta en hun familieleden en de opschorting van alle gesprekken op hoog niveau tussen de Europese Unie en ambtenaren van het regime. Aangezien het onwaarschijnlijk is dat de recente vervanging van enkele leden van de Birmaanse junta, de ontbinding van de Staatsraad voor Herstel van Orde en Gezag (SLORC) en de instelling van de Staatsraad voor Vrede en Ontwikkeling (SPDC) drastische veranderingen met zich mee zullen brengen, blijft het beleid van de Unie voorlopig ongewijzigd.

Dit beleid is bekend. De Unie heeft herhaaldelijk in krachtige publieke verklaringen de mensenrechtensituatie en het gebrek aan democratie in Birma betreurd. Telkens weer heeft de Unie bij de SLORC aangedrongen op het aankopen van een eervolle dialoog met alle democratische oppositiepartijen, waaronder de Nationale Liga voor Democratie, waarvan sommige leden op 28 oktober 1997 gearresteerd zijn.

De Unie volgt de ontwikkelingen in Birma op de voet en hamert bij zijn internationale gesprekspartners, voornamelijk de ASEAN-staten, voortdurend op de behoefte aan hervormingen in Birma en op de belangrijke rol van deze landen om de heersers in Rangoon onder druk te zetten en verandering te doen aanvaarden.

De Raadsinstanties buigen zich momenteel opnieuw over het op 28 oktober 1996 aangenomen gemeenschappelijk standpunt. Er is een brede consensus vóór een verlenging met nogmaals een periode van zes maanden vanaf 29 april, de datum waarop dit gemeenschappelijk standpunt verstrijkt. Momenteel overweegt de Unie geen bijkomende maatregelen zoals economische sancties.