91997E2729(01)

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2729/97 van Marianne THYSSEN aan de Commissie. Compensatieregeling voor Nederlandse tankstationuitbaters langs de Belgische en Duitse grens (AANVULLEND ANTWOORD)

Publicatieblad Nr. C 196 van 22/06/1998 blz. 0001


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2729/97 van Marianne Thyssen (PPE) aan de Commissie (30 juli 1997)

Betreft: Compensatieregeling voor Nederlandse tankstationuitbaters langs de Belgische en Duitse grens

Naar verluidt treedt vanaf vandaag 23.7.1997 voor de Nederlandse tankstationuitbaters langs de Belgische en Duitse grens een regeling in werking die hen compenseert voor het verlies dat deze handelaars lijden door de door een belastingverhoging duurder geworden benzine in hun land.

Kan de Commissie mij mededelen of deze regeling, die geen algemeen geografische toepassing kent op het grondgebied van de lidstaat Nederland maar geografisch beperkt is tot de grenszones, in overeenstemming is met de Europese concurrentieregels?

Aanvullend antwoord van de heer Van Miert namens de Commissie (16 februari 1998)

De Commissie is thans in staat de volgende informatie te verstrekken ter aanvulling bij haar antwoord van 11 september 1997 ((PB L 173 van 30.6.1983. )).

De Nederlandse overheid heeft op 18 augustus 1997 een steunmaatregel (N 558/97) ten behoeve van Nederlandse benzinestations langs de Belgische en Duitse grens aangemeld. Natuurlijke of rechtspersonen, vennootschappen onder firma of commanditaire vennootschappen, voor rekening van dewelke één of meerdere benzinestations worden uitgebaat en hun opvolgers komen in aanmerking voor de subsidie. De steunmaatregel heeft tot doel de eigenaars van deze tankstations te vergoeden voor de vermeende omzetdaling ingevolge de verhoging van de accijns op lichte olie die op 1 juli 1997 in Nederland in werking is getreden. De looptijd van het steunprogramma is maximaal drie jaar, tot 1 juli 2000.

Op 22 september 1997 heeft de Commissie om aanvullende informatie verzocht teneinde te onderzoeken: (i) in hoeverre de aangemelde maatregelen de concurrentie in andere lidstaten, meer bepaald in België en Duitsland, kunnen verstoren en (ii) of de steun een accumulatief effect kan hebben. Daarenboven wordt betwijfeld of deze overeenkomsten verenigbaar zijn met Verordening (EEG) nr. 1984/83 van de Commissie van 22 juni 1983 betreffende de toepassing van artikel 85, lid 3, van het EG-Verdrag op groepen afnameovereenkomsten ((PB C 82 van 17.3.1998, blz. 133. )). De Nederlandse overheid heeft op 30 oktober 1997 geantwoord. Op 17 december 1997 heeft de Commissie om bijkomende informatie verzocht aangezien de Nederlandse overheid geen bevredigend antwoord had gegeven op alle vragen in de brief van de Commissie van 22 september 1997. Momenteel kan de Commissie nog geen standpunt vaststellen aangezien zij van de Nederlandse overheid nog geen antwoord heeft gekregen op haar brief van 17 december 1997.