91997E2642

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 2642/97 van Jean-Antoine GIANSILY aan de Commissie. Niet-naleving van het embargo op de export van Brits rundvlees

Publicatieblad Nr. C 082 van 17/03/1998 blz. 0111


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-2642/97 van Jean-Antoine Giansily (UPE) aan de Commissie (25 juli 1997)

Betreft: Niet-naleving van het embargo op de export van Brits rundvlees

Luidens de verklaringen van de Commissie op 2 juli 1997, die naderhand ten overstaan van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling van het Europees Parlement werden bevestigd, werd meer dan 1700 ton rundvlees in weerwil van het in maart 1996 afgekondigde embargo illegaal uit het Verenigd Koninkrijk geëxporteerd naar andere lidstaten van de Europese Unie en vervolgens opnieuw geëxporteerd naar bepaalde Oost-Europese landen.

De Commissie heeft eveneens bekendgemaakt dat België zou fungeren als draaischijf voor deze handel en dat een aantal bedrijven zich daar sinds enige tijd zouden hebben toegelegd op frauduleuze import-export-activiteiten met Brits rundvlees.

Kan de Commissie na de afsluiting van haar onderzoek deze toch wel bijzonder verontrustende berichten preciseren? Heeft zij geen vermoedens omtrent het bestaan van nog meer, tot dusver niet gedetecteerde circuits? Is zij overigens niet van mening dat deze handel voor een groot deel kon plaatsvinden doordat de douanecontroles en gezondheidsinspecties waartoe na de afkondiging van het embargo werd overgegaan in bepaalde lidstaten en in het bijzonder in het Verenigd Koninkrijk ontoereikend zijn, te kort schieten en hun doel missen?

Kan de Commissie zich uitspreken over de controles die zijn verricht in het Verenigd Koninkrijk en in de lidstaten die bij de recente voorvallen zouden zijn betrokken, en is zij in staat te beoordelen of deze controles in overeenstemming zijn met de in het kader van de bestrijding van BSE aangegane verbintenissen?

Is de Commissie er niet van overtuigd dat de schuldigen moeten worden gestraft en dat de maatregelen om de herkomst van rundvlees na te gaan dringend moeten worden verscherpt, teneinde een dermate grootschalige illegale handel in de toekomst te voorkomen en er op de meest drastische wijze voor te zorgen dat de gezondheid van de consument wordt beschermd en het vertrouwen in de rundvleessector wordt hersteld, aangezien het eens te meer de veehouders in de hele Europese Unie zijn die zware verliezen dreigen te lijden ingevolge deze onaanvaardbare situatie?

Gecombineerd Antwoord op de schritftelijke vragen E-2579/97, P-2642/97 en P-2643/97 van mevrouw Bonino namens de Commissie (2 oktober 1997)

De kwestie waarop de geachte afgevaardigde doelt, betreft een onlangs ontdekte fraude met de verandering van de omschrijving en certificering van bevroren rundvlees van Britse oorsprong, alsof het uit andere lidstaten afkomstig was.

Het onderzoek door de Commissie, in nauwe samenwerking met de desbetreffende overheidsinstanties van de lidstaten, naar de omvang en implicaties van deze fraude, loopt momenteel en er is voorlopig verslag aan het Parlement over gedaan. In dit stadium is echter voorzichtigheid geboden, om het slagen van dit onderzoek niet in gevaar te brengen door een voortijdige bekendmaking van gegevens over de resultaten.

De voornaamste verantwoordelijkheid voor de controle op de gezondheidsmarkering, de certificering en de bestemming van dergelijk rundvlees berust bij de betrokken lidstaten. Hoewel fraudes uiterst moeilijk te voorkomen zijn, is uit het onderzoek van de Commissie gebleken dat de gezondheidscontroles op nationaal niveau moeten worden verbeterd, teneinde het peil van de opsporing en preventie van een onwettige activiteit als deze te verhogen. Als reactie op de al bij het onderzoek van de Commissie vastgestelde tekortkomingen, is reeds een brief met verzoek om inlichtingen verzonden aan het Verenigd Koninkrijk.

Het onderzoek naar het mogelijk bestaan van andere frauduleuze bewegingen van vlees gaat verder, om ervoor te zorgen dat een volledig beeld ontstaat en dat alle mogelijkheden worden onderzocht.

Naar aanleiding van de resultaten van het parlementair onderzoek in verband met de boviene spongiforme encefalopathie (BSE) heeft de Commissie de verantwoordelijkheid voor de veterinaire controle overgedragen van het directoraat-generaal Landbouw (DG VI) naar het directoraat-generaal Consumentenbeleid en bescherming van de gezondheid van de consument (DG XXIV).

De Commissie is ten volle overtuigd van het belang van snelle, krachtige maatregelen in deze situatie, om ervoor te zorgen dat de bescherming van de gezondheid van het dier en de volksgezondheid op een hoog peil wordt gewaarborgd en dat het vertrouwen van de consument bewaard blijft. Hiertoe worden alle lidstaten op de hoogte gehouden van de vorderingen van het onderzoek zodat een gecoördineerde aanpak mogelijk is.

De Commissie zal ervoor zorgen dat het Parlement op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkelingen.