SCHRIFTELIJKE VRAAG E-2318/97 van Leonie van Bladel (UPE) aan de Raad (18 juli 1997)

Betreft: Humanitaire situatie van gevangenen in Marokko

1. Is de Nederlandse voorzitter van de Raad van Ministers op de hoogte van de mensonterende humanitaire omstandigheden waaronder gevangenen in Marokko gebukt gaan?

2. Heeft de Nederlandse voorzitter van de Raad overwogen om met de Marokkaanse overheid overleg te plegen ten einde de humanitaire omstandigheden voor de gevangenen in de Marokkaanse gevangenissen te verbeteren?

3. Is de voorzitter van de Raad van Ministers op de hoogte van de bilaterale afspraken van de Spaanse overheid met de Marokkaanse overheid waarbij is overeengekomen dat Spaanse burgers bij een veroordeling in Marokko hun straf in Spanje mogen ondergaan, en overweegt de Nederlandse voorzitter van de Raad van Ministers om met Marokko eveneens tot bilaterale afspraken te komen zodat Nederlanders die in Marokko worden veroordeeld hun straf in Nederland te kunnen ondergaan?

4. Vindt de Nederlandse voorzitter van de Raad van Ministers het verstandig om, gezien het grote aantal Nederlanders dat zich in de Marokkaanse Salé-gevangenis bevindt, het Nederlandse consulaat in Tanger per 1 september 1997 op te heffen, mede gezien het feit dat een consulaire EU-delegatie zich op 15 april jl. in Tanger op de hoogte heeft gesteld van de erbarmelijke humanitaire omstandigheden waaronder onder anderen de Nederlandse gedetineerden in de "Prison Civile¨ te lijden hebben?

Antwoord (13 november 1997)

De Raad beschikt niet over informatie omtrent de situatie van de gevangenen in Marokko.

Wat de andere vragen van het Geachte Parlementslid betreft, is het Voorzitterschap van de Raad niet bevoegd; deze zaak valt onder de bevoegheden van een van de lidstaten van de Unie.

Niettemin wijst de Raad op het bijzondere belang dat hij hecht aan de bescherming en de bevordering van de rechten van de mens. De mensenrechtensituatie vormt een essentieel onderdeel van de overeenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en het Koninkrijk Marokko, en beide partijen moeten zich erdoor laten leiden in hun binnenlands en internationaal beleid. Voorts vormt het Europees-mediterranaan partnerschap, waaraan Marokko volledig deelneemt, een kader dat bij uitstek geschikt is voor het versterken van de politieke dialoog, het bevorderen van de rechten van de mens en de ontwikkeling van de rechtsstaat en de democratie.