SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 1410/96 van Jan WIEBENGA aan de Commissie. Doorvoer van cocaïne via de Franse Antillen
Publicatieblad Nr. C 305 van 15/10/1996 blz. 0095
SCHRIFTELIJKE VRAAG E-1410/96 van Jan Wiebenga (ELDR) aan de Commissie (6 juni 1996) Betreft: Doorvoer van cocaïne via de Franse Antillen 1. Uit een reportage van het Nederlandse dagblad De Telegraaf blijkt dat met name vanaf de Franse Antillen drugstransporten van cocaïne vrijwel ongemoeid de Europese Unie kunnen binnenkomen ((De Telegraaf, 3 februari 1996. )). Kunnen deze Franse eilanden gerekend worden tot het grondgebied van de Europese Unie en tevens tot het grondgebied waarop de zgn. Schengen-verdragen van toepassing zijn? 2. Is de Commissie bereid om druk uit te oefenen op de regering van Frankrijk, opdat deze de gaten in de buitengrenzen van het gebied van de Europese Unie en het Schengengebied zo snel mogelijk dicht? 3. Heeft Europol (Europese Drugs Unit) voldoende bevoegdheden om terzake op te treden en is deze organisatie daadwerkelijk actief in de bestrijding van deze illegale transporten? 4. Wordt er gewerkt aan de ontwikkeling van een plan van aanpak - opgesteld door alle Europese landen die banden hebben met het Caraïbisch gebied en Zuid-Amerika - om de aanvoer van cocaïne en andere verdovende middelen uit deze regio's een halt toe te roepen? Zo ja, hoever staat het ermee? Zo nee, acht de Commissie het dan met de vragensteller hoognodig dat zulk een plan van aanpak wordt opgesteld? Antwoord van mevrouw Gradin namens de Commissie (25 juni 1996) De Commissie is niet op de hoogte van de aantijging inzake de situatie op de Franse Antillen, die als Frans overzees departement integraal deel uitmaken van het grondgebied van de Gemeenschap. Overeenkomstig artikel 138 van de Schengen-Overeenkomst zijn de bepalingen van deze Overeenkomst wat betreft de Franse Republiek slechts van toepassing op het Europese grondgebied van de Franse Republiek. De Commissie deelt de bezorgdheid van het geachte Parlementslid voor de bedreiging die de invoer van cocaïne in de Gemeenschap betekent, maar zij heeft geen wettelijke bevoegdheid om de manier te beïnvloeden waarop het drugsbeleid wordt gevoerd door de Lid-Staten. In dit kader zijn de werkzaamheden van de Europese Drugseenheid op het gebied van het verzamelen van informatie met het doel de illegale drugshandel te bestrijden bijzonder waardevol en zij moeten worden voortgezet. Naar aanleiding van een verzoek van de Europese Raad van Madrid bereiden de Raad en de Commissie een verslag voor, evenals voorstellen voor een op Latijns-Amerika en het Caribisch gebied gerichte actie, waarbij een mechanisme voor samenwerking inzake drugsbestrijding tussen de Gemeenschap enerzijds en Latijns Amerika, met inbegrip van de Caribische ACS-landen en LGO (landen en gebieden overzee) anderzijds in het leven zal worden geroepen.