91996E0692

SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 692/96 van Honor FUNK aan de Commissie. Gelden overeenkomstig artikel 8 van EOGFL- verordening (EEG) nr. 4256/88

Publicatieblad Nr. C 217 van 26/07/1996 blz. 0096


SCHRIFTELIJKE VRAAG P-0692/96 van Honor Funk (PPE) aan de Commissie (12 maart 1996)

Betreft: Gelden overeenkomstig artikel 8 van EOGFL-verordening (EEG) nr. 4256/88

1. Kan de Commissie mededelen hoeveel innovatieve proefprojecten en studies in de diverse lid-staten met gelden overeenkomstig artikel 8 van EOGFL-verordening (EEG) nr. 4256/88 (()) werden gesteund en hoe de cofinancieringsmiddelen van het EOGFL sedert 1989 onder de diverse lid-staten verdeeld werden?

2. Kan zij aangeven hoe de diverse proefprojecten en studies thematisch zijn verdeeld?

3. In hoeverre werd een beroep op de hiervoor beschikbare begrotingsmiddelen gedaan? PB L 374 van 31.12.1988, blz. 25.

Antwoord van de heer Fischler namens de Commissie (1 april 1996)

1. Sinds 1989 zijn in het kader van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 4256/88 ((PB nr. L 374 van 31.12.1988. )) betreffende het Europees Oriëntatie- en Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL), Afdeling Oriëntatie, 138 projecten medegefinancierd die betrekking hebben op het toezicht, de evaluatie, studies, technische bijstand, proef- en demonstratieprojecten en de verspreiding van resultaten. In een tabel die rechtstreeks aan het geachte Parlementslid en ook aan het secretariaat-generaal van het Parlement wordt toegezonden, wordt van de medefinanciering door het EOGFL een overzicht per jaar en per Lid-Staat gegeven.

Op te merken valt dat 1995 een overgangsjaar was voor de proef- en demonstratieprojecten. Met het oog op een betere voorlichting over de maatregelen die in het kader van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 4256/88 worden gefinancierd, is een oproep tot het indienen van voorstellen opgenomen in het Publikatieblad ((PB nr. C 303 van 29.10.1994. )). De uiterste datum voor de indiening van projecten was 31 maart 1995. In het kader van deze nieuwe procedure zijn 583 projecten ontvangen. Deze zijn in de loop van 1995 beoordeeld door onafhankelijke deskundigen en door de Commissie. De geselecteerde projecten zullen worden gefionancierd in het kader van de begroting 1996.

2. Van de projecten die in de betrokken periode werden uitgevoerd, hadden er 52 betrekking op de evaluatie van communautaire programma's, de uitvoering van algemene studies op initiatief van de Commissie of de verlening van technische bijstand. Sommige studies betroffen een bepaalde Lid-Staat, zoals in een voetnoot bij de tabel is vermeld. Technische bijstand werd in hoofdzaak verleend op het gebied van de uitvoering van communautaire verordeningen en het toezicht.

De 78 proef- en demonstratieprojecten die sinds 1989 werden medegefinancierd, betroffen diverse sectoren. Op het gebied van landbouw en milieu ging het om de demonstratie van milieuvriendelijkere technieken en de oprichting van modelboerderijen. De niet-voedingsteelten hadden een belangrijk aandeel in de projecten inzake de diversificatie van de landbouw en de valorisatie van de produkten, maar in deze categorie waren er ook projecten betreffende de promotie van traditionele kwaliteitsprodukten. Andere belangrijke onderwerpen van de in de periode 1989-1995 gefinancierde proef- en demonstratieprojecten waren de ontwikkeling van bosbouw- en toeristische activiteiten op het platteland en de ruimtelijke ordening.

De sinds 1989 medegefinancierde maatregelen inzake de verspreiding van resultaten (8 projecten) betroffen hoofdzakelijk de vervaardiging van brochures en de organisatie van seminars met als doel informatie te verspreiden over het communautaire beleid op het gebied van de plattelandsontwikkeling.

3. De afdeling Oriëntatie van het EOGFL kan maximaal 1 % van haar jaarlijkse middelen besteden aan de financiering van maatregelen in het kader van artikel 8 van Verordening (EEG) nr. 4256/88. Van dit beschikbare bedrag is in de onderscheiden jaren het volgende gedeelte omgezet in betalingsverplichtingen : 1989 = 16,5 %, 1990 = 8,7 %, 1991 = 45 %, 1992 = 86,9 %, 1993 = 97,8 %, 1994 = 15,2 %, 1995 = 2,1 %.