15.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 173/38


Beroep ingesteld op 25 maart 2023 — Schönegger Käse-Alm/EUIPO — Jumpseat3D plus Germany GmbH (Rebell)

(Zaak T-161/23)

(2023/C 173/50)

Taal van het verzoekschrift: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Schönegger Käse-Alm GmbH (Prem, Duitsland) (vertegenwoordiger: M.-C. Seiler, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Andere partij in de procedure voor de kamer van beroep: Jumpseat3D plus Germany GmbH (Berlijn, Duitsland)

Gegevens betreffende de procedure voor het EUIPO

Houder van het betrokken merk: verzoekster

Betrokken merk: Uniewoordmerk Rebell — Uniemerk nr. 2 810 950

Procedure voor het EUIPO: vervallenverklaringsprocedure

Bestreden beslissing: beslissing van de eerste kamer van beroep van het EUIPO van 13 januari 2023 in zaak R 295/2022-1

Conclusies

Verzoekster verzoekt het Gerecht

de bestreden beslissing te vernietigen voor zover de rechten van verzoekster op Uniemerk nr. 2 810 950 Rebell daarbij vervallen zijn verklaard voor de volgende waren van klasse 29: “Melkproducten, in het bijzonder boter, boterbereidingen, geklaarde boter, boterolie, quark, quarkgerechten, melkproducten, gedroogde melkproducten, dieetvoeding op basis van melk en melkproducten”;

de bestreden beslissing te vernietigen voor zover verzoekster daarbij is verwezen in de kosten van de procedure voor de kamer van beroep;

het EUIPO, en ook Jumpseat 3D plus Germany GmbH indien zij in de procedure intervenieert aan de zijde van verweerder, te verwijzen in de kosten, daaronder begrepen die welke verzoekster heeft gemaakt in de procedure voor de kamer van beroep.

Aangevoerde middelen

schending van artikel 58, lid 1, onder a), en lid 2, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, juncto artikel 21, lid 1, onder e), van gedelegeerde verordening (EU) 2018/625 van de Commissie;

schending van artikel 58, lid 1, onder a), en lid 2, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, juncto artikel 94, lid 1, tweede volzin, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad;

schending van artikel 58, lid 1, onder a), en lid 2, van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad, juncto artikel 19, lid 1, vierde volzin, en artikel 10, lid 3, van gedelegeerde verordening (EU) 2018/625 van de Commissie.