25.9.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 338/8 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) op 7 juni 2023 — Vorstand für den Geschäftsbereich II der Agrarmarkt Austria
(Zaak C-350/23)
(2023/C 338/12)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Verwaltungsgerichtshof
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Vorstand für den Geschäftsbereich II der Agrarmarkt Austria
Andere partij in de procedure: T F
Prejudiciële vragen
1) |
Moet, met betrekking tot een steunaanvraag voor vee in de zin van artikel 2, lid [1], punt 15, van verordening (EU) nr. 640/2014 (1), die voor het jaar 2020 is ingediend voor de verlening van gekoppelde steun en waarvoor, in de zin van artikel 21, lid 4, van verordening (EU) nr. 809/2014 (2), de gegevens van het geautomatiseerde gegevensbestand voor runderen worden gebruikt, een melding overeenkomstig artikel 2, leden 2 en 4, van beschikking 2001/672/EG (3) van de Commissie van 20 augustus 2001 juncto artikel 7, lid 2, van verordening (EG) nr. 1760/2000 (4) die pas is gedaan na het verstrijken van de termijn van 15 dagen nadat het vee (runderen) naar een weide is verplaatst, worden aangemerkt als een onjuiste vermelding in het geautomatiseerde gegevensbestand voor runderen, die overeenkomstig artikel 30, lid 4, onder c), van verordening (EU) nr. 640/2014 niet bepalend is voor de verificatie van de naleving van de subsidiabiliteitsvoorwaarden — met uitzondering van de voorwaarde van artikel 53, lid 4, van verordening (EU) nr. 639/2014 (5) — in het kader van de betrokken steunregeling of bijstandsmaatregel, zodat de betrokken dieren pas als niet-geconstateerd worden beschouwd wanneer een dergelijke onjuiste vermelding bij ten minste twee controles binnen een periode van 24 maanden wordt vastgesteld? |
2. |
Indien de eerste vraag ontkennend wordt beantwoord: Zijn in de zin van artikel 15, lid 1, en artikel 34 van verordening (EU) nr. 640/2014 de administratieve sancties van hoofdstuk IV van verordening (EU) nr. 640/2014 van toepassing op de in de eerste vraag bedoelde aanvraag voor gekoppelde steun wanneer de landbouwer bij de bevoegde autoriteit een schriftelijke melding overeenkomstig artikel 2, leden 2 en 4, van beschikking 2001/672/EG van de Commissie van 20 augustus 2001 juncto artikel 7, leden 1 en 2, van verordening (EG) nr. 1760/2000 indient betreffende het verplaatsen van dieren naar een weide, waarbij uit de melding blijkt dat deze te laat is wat de in die bepalingen vastgestelde termijn van 15 dagen betreft, voor zover de bevoegde autoriteit de aanvrager niet vooraf in kennis heeft gesteld van een voornemen om een controle ter plaatse te verrichten en hem ook niet reeds in kennis heeft gesteld van een eventuele niet-naleving met betrekking tot de steunaanvraag? |
(1) Gedelegeerde verordening (EU) nr. 640/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem en de voorwaarden voor weigering of intrekking van betalingen en voor administratieve sancties in het kader van rechtstreekse betalingen, plattelandsontwikkelingsbijstand en de randvoorwaarden (PB 2014, L 181, blz. 48).
(2) Uitvoeringsverordening (EU) nr. 809/2014 van de Commissie van 17 juli 2014 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het geïntegreerd beheers- en controlesysteem, plattelandsontwikkelingsmaatregelen en de randvoorwaarden (PB 2014, L 227, blz. 69).
(3) Beschikking 2001/672/EG van de Commissie van 20 augustus 2001 houdende vaststelling van bijzondere voorschriften voor het verplaatsen van runderen naar zomerweiden in bergstreken (PB 2001, L 235, blz. 23).
(4) Verordening (EG) nr. 1760/2000 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juli 2000 tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten en tot intrekking van verordening (EG) nr. 820/97 van de Raad (PB 2000, L 204, blz. 1).
(5) Gedelegeerde verordening (EU) nr. 639/2014 van de Commissie van 11 maart 2014 tot aanvulling van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot wijziging van bijlage X bij die verordening (PB 2014, L 181, blz. 1).