15.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 173/23


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Varhoven administrativen sad (Bulgarije) op 1 maart 2023 — Direktor na Direktsia “Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Sofia pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite / Legafact EOOD

(Zaak C-122/23)

(2023/C 173/31)

Procestaal: Bulgaars

Verwijzende rechter

Varhoven administrativen sad (Bulgarije)

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Direktor na Direktsia “Obzhalvane i danachno-osiguritelna praktika” Sofia pri Tsentralno upravlenie na Natsionalnata agentsia za prihodite

Verwerende partij: Legafact EOOD

Prejudiciële vragen

1)

Is een nationale regeling die in geval van belastingvrijstelling op grond van titel XII, hoofdstuk 1, van richtlijn 2006/112/EG (1) belastingplichtigen ongelijk behandelt naargelang de snelheid waarmee zij de omzetdrempel voor de verplichte btw-registratie bereiken, in strijd met de beginselen van het gemeenschappelijke btw-stelsel van de Europese Unie?

2)

Staat richtlijn 2006/112/EG in de weg aan een nationale regeling die bepaalt dat voor vrijstelling voor een levering op grond van titel XII, hoofdstuk 1, van die richtlijn als voorwaarde geldt dat de leverancier zijn verplichting om een verzoek tot btw-registratie in te dienen, binnen de gestelde termijn nakomt?

3)

Op basis van welke uit de uitlegging van richtlijn 2006/112/EG voortvloeiende criteria dient te worden beoordeeld of deze nationale regeling volgens welke er een belastingschuld ontstaat indien het verzoek tot verplichte btw-registratie te laat wordt ingediend, het karakter van een sanctie heeft?


(1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB2006, L 347, blz. 1).