17.4.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 134/5


Hogere voorziening ingesteld op 21 februari 2023 door Firearms United Network, Tomasz Walter Stępień, Michał Budzyński en Andrzej Marcjanik tegen het arrest van het Gerecht van 21 december 2022 in zaak T-187/21, Firearms United Network e.a./Commissie

(Zaak C-105/23 P)

(2023/C 134/07)

Procestaal: Pools

Partijen

Verzoekende partij: Firearms United Network, Tomasz Walter Stępień, Michał Budzyński, Andrzej Marcjanik (vertegenwoordiger: E. Woźniak, adwokat)

Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, Bondsrepubliek Duitsland, Franse Republiek, Europees Agentschap voor chemische stoffen

Conclusies

vernietiging van het bestreden arrest in zijn geheel en toewijzing van de vorderingen die rekwiranten in hun beroep voor het Gerecht hebben ingediend;

subsidiair, vernietiging van het bestreden arrest in zijn geheel en terugverwijzing van de zaak naar het Gerecht;

verwijzing van de Commissie in de kosten van de hogere voorziening en van de procedure voor het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

schending van artikel 88, leden 1 en 2, juncto artikel 91, onder e), van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, gelezen in samenhang met artikel 19, leden 1 en 3, onder a), VEU en artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie door afwijzing van het verzoek van rekwiranten tot toelating en overlegging van bewijs uit deskundigenadvies, en ook door een reeks procedurele gebreken op het gebied van de bewijswaardering en fouten bij de vaststellingen door het Gerecht in zijn arrest;

onjuiste waardering van het bewijs dat is voorgelegd in het beroep, waardoor het Gerecht tot de onjuiste overtuiging is gekomen dat rekwiranten er niet in zijn geslaagd de analyses en beweringen ter discussie te stellen die de basis vormden voor de invoering in het rechtsverkeer van verordening (EU) 2021/57 van de Commissie van 25 januari 2021 tot wijziging van bijlage XVII bij verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (Reach) wat betreft lood in hagel in of rond watergebieden; (1)

in het bestreden arrest wordt er ten onrechte van uitgegaan dat het vermoeden in verordening (EU) 2021/57 weerlegbaar is. Rekwiranten onderstrepen dat een vermoeden dat negatieve gevolgen kan hebben voor de burger, in elke rechtsorde die gebaseerd is op het beginsel van de rechtsstaat weerlegbaar is. Dientengevolge neemt de enkele weerlegbaarheid het vermoeden van onrechtmatigheid niet weg. Daarnaast moet de toepassing van een vermoeden altijd door duidelijke gronden worden gerechtvaardigd. Het bestreden arrest gaat eraan voorbij dat verordening (EU) 2021/57 dat beginsel niet respecteert en geen argumenten geeft die legitieme gronden zouden kunnen vormen voor een vermoeden dat de burger aanvullende procedurele verplichtingen oplegt. De toepassing van vermoedens op een manier die niet garandeert dat de procesrechten van de burger in acht worden genomen, kan vervolgens een schending teweegbrengen van het vermoeden van onschuld en het recht van verweer;

in verband met de verwerping door het Gerecht van het beroep over verordening (EU) 2021/57 — wat ertoe heeft geleid dat de verordening in de rechtsorde van de EU is gehandhaafd — schending door het Gerecht van de bepalingen van het Handvest van de grondrechten van de EU, namelijk artikel 16, artikel 17, lid 1, artikel 21, lid 1, artikel 45, lid 1, artikel 48, lid 1, artikel 52, lid 1, en schending van de bepalingen van het Verdrag betreffende de Europese Unie, namelijk artikel 2, artikel 3, leden 2 en 3, artikel 5, leden 2, 3 en 4;

misbruik van bevoegdheid door verwerping van het beroep en daardoor in het rechtsverkeer handhaven van de bepalingen van de verordening, wat er in de praktijk toe leidt dat gebruik van vuurwapens door particulieren op het grondgebied van de Europese Unie aanzienlijk wordt beperkt, terwijl de Commissie vuurwapenbezit door particulieren voorheen niet heeft kunnen verbieden. Daarbij draagt verordening (EU) 2021/57 volgens rekwiranten niet bij tot de beperking van het gebruik van loodhoudende munitie in het algemeen, en worden aldus niet de doelstellingen verwezenlijkt waarvoor zij is vastgesteld. De verordening vormt enkel een beperking van het gebruik van vuurwapens door particulieren die onevenredig is aan de daadwerkelijke voordelen.


(1)  PB 2021, L 24, blz. 19.