11.4.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 127/24 |
Hogere voorziening ingesteld op 8 februari 2023 door de Franse Republiek tegen het arrest van het Gerecht (Negende kamer — uitgebreid) van 23 november 2022 in de gevoegde zaken T-279/20 en T-288/20, CWS Powder Coatings e.a. / Commissie, en zaak T-283/20, Billions Europe e.a. / Commissie
(Zaak C-71/23 P)
(2023/C 127/30)
Procestalen: Duits en Engels
Partijen
Rekwirante: Franse Republiek (vertegenwoordigers: B. Fodda, J.-L. Carré en G. Bain, gemachtigden)
Andere partijen in de procedure: Europese Commissie, CWS Powder Coatings GmbH, Billions Europe Ltd, Cinkarna Metalurško-kemična Industrija Celje d.d. (Cinkarna Celje d.d.), Evonik Operations GmbH, Kronos Titan GmbH, Precheza a.s., Tayca Corp., Tronox Pigments (Holland) BV, Venator Germany GmbH, Brillux GmbH & Co. KG, Daw SE, Ettengruber GmbH Abbruch und Tiefbau, Ettengruber GmbH Recycling und Verwertung, TIGER Coatings GmbH & Co. KG, Conseil Européen de l’Industrie Chimique — European Chemical Industry Council (Cefic), Conseil Européen de l’Industrie des Peintures, des Encres d’Imprimerie et des Couleurs d’Art (CEPE), British Coatings Federation Ltd (BCF), American Coatings Association, Inc. (ACA), Mytilineos SA, Delfi-Distomon Anonymos Metalleytiki Etaireia, Sto SE & Co. KGaA, Rembrandtin Coatings GmbH, Koninkrijk Denenmarken, Koninkrijk der Nederlanden, Koninkrijk Zweden, Europees Agentschap voor chemische stoffen, Republiek Slovenië, Europees Parlement, Raad van de Europese Unie
Conclusies
Rekwirante verzoekt het Hof:
— |
het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 23 november 2022 in de gevoegde zaken T-279/20 en T-288/20, CWS Powder Coatings e.a./Commissie en T-283/20, Billions Europe e.a./Commissie te vernietigen; |
— |
zelf uitspraak te doen over het geschil en de beroepen die CWS Powder Coatings GmbH, Billions Europe Ltd, Brillux GmbH & Co. KG en Daw SE in eerste aanleg in de zaken T-279/20, T-283/20 en T-288/20 hebben ingesteld, te verwerpen of, indien het Hof van oordeel is dat de zaken niet in staat van wijzen zijn, ze terug te verwijzen naar het Gerecht; |
— |
CWS Powder Coatings GmbH, Billions Europe Ltd, Brillux GmbH & Co. KG en Daw SE te verwijzen in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van haar hogere voorziening voert de Franse regering vier middelen aan:
Eerste middel: Door de Heinrich-studie aan te merken als een “doorslaggevende studie” heeft het Gerecht ten eerste het overgelegde bewijs onjuist opgevat en ten tweede blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, aangezien het de beginselen van verordening nr. 1272/2008 betreffende de indeling van stoffen als carcinogeen heeft geschonden, te weten het beginsel dat de bewijskracht wordt bepaald en alle overige relevante informatie wordt beoordeeld om stoffen die mogelijk kankerverwekkend voor mensen zijn, in gevarencategorieën in te delen.
Tweede middel: Het Gerecht heeft de grenzen van de rechterlijke toetsing overschreden door verder te gaan dan de kennelijke fout te beoordelen en door zijn eigen beoordeling in te plaats te stellen van die van het Comité risicobeoordeling van het Europees Agentschap voor chemische stoffen.
Derde middel: Het Gerecht is zijn motiveringsplicht niet nagekomen.
Vierde middel: Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door te oordelen dat punt 3.6.2.2.1 van bijlage I bij verordening (EG) nr. 1272/2008 (1) aldus moest worden uitgelegd dat het zich ertegen verzet dat een stof kan worden gezien als een stof die intrinsieke eigenschappen heeft om kanker te veroorzaken wanneer de kankerverwekkendheid van deze stof zich uit bij een zekere hoeveelheid partikels.
(1) Verordening van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van verordening (EG) nr. 1907/2006 (PB 2008, L 353, blz. 1).