8.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 164/30


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal da Relação do Porto (Portugal) op 16 januari 2023 — SF / MV, Instituto da Segurança Social, IP, Autoridade Tributária e Aduaneira, Cofidis SA — Sucursal em Portugal

(Zaak C-20/23, Instituto da Segurança Social e.a.)

(2023/C 164/39)

Procestaal: Portugees

Verwijzende rechter

Tribunal da Relação do Porto

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: SF

Verwerende partijen: MV, Instituto da Segurança Social, IP, Autoridade Tributária e Aduaneira, Cofidis SA — Sucursal em Portugal

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 23, lid 4, van richtlijn [2019/1023] (1) aldus worden uitgelegd dat uitsluiting van andere schulden (dan die welke aldaar worden genoemd) alleen is toegestaan wanneer deze “naar behoren [is] gerechtvaardigd”?

2)

Moet de mogelijkheid voor de lidstaten om bepaalde categorieën van schulden uit te sluiten van kwijtschelding (mits die uitsluiting naar behoren is gerechtvaardigd, zoals is voorgeschreven in artikel 23, lid 4, van richtlijn 2019/1023) aldus worden uitgelegd dat de lidstaten belastingschulden (die in dat artikel niet worden genoemd) kunnen uitsluiten en zichzelf aldus in een bevoorrechte situatie kunnen plaatsen?

3)

Indien het antwoord op deze vragen bevestigend luidt, aan welke criteria moet een dergelijke rechtvaardiging dan voldoen in Unierechtelijke zin om te kunnen spreken van eerbiediging van de algemene beginselen van het Unierecht en de grondrechten waaraan de Europese en de nationale wetgever zich moeten houden [“verbod van discriminatie op grond van nationaliteit” (artikel 18 VWEU), “vrijheid van ondernemerschap” (artikel 16 van [het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie)], en de fundamentele economische vrijheden van de interne markt]?

4)

Indien een ontkennend antwoord wordt gegeven, moeten onder “schulden die ontstaan uit of verband houden met strafrechtelijke boeten” en “schulden die ontstaan uit aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad” dan (in Unierechtelijke zin en voor de uitlegging van de aan de orde zijnde richtlijn) ook belastingschulden worden verstaan, zoals is voorgeschreven in de nationale wetgeving tot omzetting van richtlijn 2019/1023 (wet 9/2022 van 11 januari 2022)?


(1)  Richtlijn (EU) 2019/1023 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 betreffende preventieve herstructureringsstelsels, betreffende kwijtschelding van schuld en beroepsverboden, en betreffende maatregelen ter verhoging van de efficiëntie van procedures inzake herstructurering, insolventie en kwijtschelding van schuld, en tot wijziging van richtlijn (EU) 2017/1132 (richtlijn betreffende herstructurering en insolventie) (PB 2019, L 172, blz. 18).