30.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 189/3


Arrest van het Hof (Derde kamer) van 18 april 2023 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel — België) — X, Y, A, wettelijk vertegenwoordigd door X en Y, B, wettelijk vertegenwoordigd door X en Y / Belgische Staat

(Zaak C-1/23 PPU (1), Afrin (2))

(Prejudiciële verwijzing - Prejudiciële spoedprocedure - Grenscontroles, asiel en immigratie - Immigratiebeleid - Richtlijn 2003/86/EG - Recht op gezinshereniging - Artikel 5, lid 1 - Indiening van een verzoek om toegang en verblijf in het kader van het recht op gezinshereniging - Regeling van een lidstaat op grond waarvan de gezinsleden van de gezinshereniger het verzoek persoonlijk moeten indienen bij de bevoegde diplomatieke post van die lidstaat - Onmogelijkheid of buitengewone moeilijkheid om zich naar die post te begeven - Handvest van de grondrechten van de Europese Unie - Artikelen 7 en 24)

(2023/C 189/03)

Procestaal: Frans

Verwijzende rechter

Franstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: X, Y, A, wettelijk vertegenwoordigd door X en Y, B, wettelijk vertegenwoordigd door X en Y

Verwerende partij: Belgische Staat

Dictum

Artikel 5, lid 1, van richtlijn 2003/86/EG van de Raad van 22 september 2003 inzake het recht op gezinshereniging, gelezen in samenhang met artikel 7 en artikel 24, leden 2 en 3, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie,

moet aldus worden uitgelegd dat

het zich verzet tegen een nationale regeling die voor de indiening van een verzoek om toegang en verblijf in het kader van gezinshereniging vereist dat de gezinsleden van de gezinshereniger, in het bijzonder van een erkende vluchteling, zich persoonlijk begeven naar de diplomatieke of consulaire post van een lidstaat die bevoegd is voor hun woon- of verblijfplaats in het buitenland, ook in een situatie waarin het voor hen onmogelijk of buitengewoon moeilijk is om zich naar die post te begeven, onverminderd de mogelijkheid voor die lidstaat om te vereisen dat die gezinsleden in een later stadium van de procedure betreffende het verzoek om gezinshereniging in persoon verschijnen.


(1)  PB C 104 van 20.3.2023

(2)  Dit is een fictieve naam, die niet overeenkomt met de werkelijke naam van enige partij in de procedure.