29.8.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 326/22


Beroep ingesteld op 4 juli 2022 — PAN Europe/Commissie

(Zaak T-412/22)

(2022/C 326/30)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Pesticide Action Network Europe (PAN Europe) (Brussel, België) (vertegenwoordiger: A. Bailleux, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

het besluit van de Commissie van 27 april 2022 tot afwijzing van verzoeksters verzoek om interne herziening van uitvoeringsverordening (EU) 2021/2068 van de Commissie (1) nietig verklaren voor zover daarin het verstrijken van de termijn voor de goedkeuring van dimoxystrobin is uitgesteld;

de Commissie verwijzen in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van het beroep voert verzoekster twee middelen aan.

1.

Primair moet het bestreden besluit nietig worden verklaard omdat het is gebaseerd op een onwettige uitlegging van artikel 17 van verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 (2) (hierna: “PPP-verordening”).

Het bestreden besluit is gebaseerd op een lezing van artikel 17 van de PPP-verordening die niet in overeenstemming is met:

de materiële vereisten van de artikelen 4, 5 en 21 van de PPP-verordening alsmede van punt 3.6.5. van bijlage II daarbij, en van de artikelen 9, 11, 168 en 191 VWEU en de artikelen 35 en 37 van het Handvest van de grondrechten van de EU;

de in de artikelen 7, 9, 12, 14 en 15 van de PPP-verordening gestelde voortvarendheidseisen.

2.

Subsidiair moet artikel 17 van de PPP-verordening niet-toepasselijk worden verklaard overeenkomstig artikel 277 VWEU omdat het in strijd is met het voorzorgsbeginsel, de artikelen 9, 11, 168 en 191 VWEU en de artikelen 35 en 37 van het Handvest van de grondrechten van de EU.

Indien het Hof van oordeel is dat het bestreden besluit (en de uitvoeringsverordening van de Commissie) is gebaseerd op een correcte lezing van artikel 17 van de PPP-verordening, zou deze wettelijke bepaling overeenkomstig artikel 277 VWEU niet-toepasselijk moeten worden verklaard voor de onderhavige procedure, omdat zij in strijd zou zijn met het voorzorgsbeginsel, de artikelen 9, 11, 168 en 191 VWEU en de artikelen 35 en 37 van het Handvest. Artikel 17 kan derhalve niet dienen als gedegen juridische rechtvaardiging voor het bestreden besluit, dat dientengevolge nietig moet worden verklaard.


(1)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/2068 van de Commissie van 25 november 2021 tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 540/2011 wat betreft de verlenging van de geldigheidsduur van de goedkeuring van de werkzame stoffen benfluralin, dimoxystrobin, fluazinam, flutolanil, mecoprop-P, mepiquat, metiram, oxamyl en pyraclostrobine (PB 2021, L 421, blz. 25).

(2)  Verordening (EG) nr. 1107/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen en tot intrekking van de richtlijnen 79/117/EEG en 91/414/EEG van de Raad (PB 2009, L 309, blz. 1).