Beroep ingesteld op 13 juni 2022 — Aitana / EUIPO

(Zaak T-355/22)

(2022/C 303/67)

Procestaal: Spaans

Partijen

Verzoekende partij: Aitana Actividades de Construcción y Servicios, SL (Alicante, Spanje) (vertegenwoordiger: A. Martí Martín, advocaat)

Verwerende partij: Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO)

Conclusies

De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

—	te verzekeren dat de regeling die het contract beheerst, wordt toegepast (Real Decreto-Ley 3/2022 (1));

—	te erkennen dat Aitana Actividades de Construcción y Servicios, SL (Aitana ACS, SL) het recht heeft om de contractprijzen te herzien op grond van de leer van het onvoorzienbare risico (Rebus Sic Stantibus).

—	te erkennen dat Aitana ACS, SL het recht heeft om de contractprijzen te herzien op grond van het beginsel van gewettigd vertrouwen.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

Eerste middel: aanvullende toepassing van het Spaanse recht, aangezien het contract onder dit recht valt.

—

Volgens clausule I.10-1 van het contract is de Spaanse wetgeving aanvullend van toepassing. Real-Decreto-Ley 3/2022 van 1 maart 2022 is aanvullend van toepassing. Erkend moet worden dat krachtens de bepalingen van Real Decreto-Ley 3/2022 aanspraak kan worden gemaakt op het recht op herziening van de in het contract vastgestelde prijzen.

Tweede middel: de contractprijzen dienen te worden aangepast op grond van de rechtsbeginselen en voorschriften van de Europese Unie.

—

Wanneer er sprake is van een onvoorzienbaar risico, dat buitensporig hoge kosten voor een partij meebrengt, moet opnieuw worden onderhandeld over het contract. De Sars-Cov-2-pandemie en het gewapend conflict tussen Oekraïne en Rusland vormen duidelijk een onvoorzienbaar risico. Deze situaties hebben een gigantische stijging van de materiaalprijzen veroorzaakt, die Aitana ACS, SL niet alleen kan dragen.

Derde middel: de erkenning van het recht op prijsherziening doet geen afbreuk aan het contract, noch aan de beginselen van transparantie en vrije mededinging.

—

De clausule die prijsherzieningen beperkt, strekt zich niet uit tot overmacht of een onvoorzienbaar risico. De contracuele aansprakelijkheid uitbreiden naar gevallen waarin zich een een onvoorzienbaar risico voordoet, vereist een uitdrukkelijke instemming, die hier niet is verleend. Prijswijzigingen, zoals artikel 172 van verordening 2018/1046 (2) daarin voorziet, zijn niet in strijd met de beginselen van transparantie en vrije mededinging.

Vierde middel: het recht op herziening van de contractprijzen moet worden erkend overeenkomstig het beginsel van gewettigd vertrouwen.

—	Het Europees Octrooibureau heeft erkend dat herzieningen van contractprijzen rechtmatig zijn. Ingevolge die erkenning zijn de contractuele verbintenissen verder uitgevoerd. Het vertrouwensbeginsel verplicht het EUIPO ertoe het recht op prijsherzieningen te erkennen.

(1) Real Decreto-ley 3/2022, de 1 de marzo, de medidas para la mejora de la sostenibilidad del transporte de mercancías por carretera y del funcionamiento de la cadena logística, y por el que se transpone la Directiva (UE) 2020/1057, de 15 de julio de 2020, por la que se fijan normas específicas con respecto a la Directiva 96/71/CE y la Directiva 2014/67/UE para el desplazamiento de los conductores en el sector del transporte por carretera, y de medidas excepcionales en materia de revisión de precios en los contratos públicos de obras [koninklijk wetsbesluit 3/22 van 1 maart houdende maatregelen ter verbetering van de duurzaamheid van het goederentransport over de weg en van de werking van de logistieke keten, tot omzetting van richtlijn (EU) 2020/1057 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2020 tot vaststelling van specifieke regels met betrekking tot richtlijn 96/71/EG en richtlijn 2014/67/EU wat betreft de detachering van bestuurders in de wegvervoersector, en houdende uitzonderlijke maatregelen op het gebied van prijsherzieningen bij overheidsopdrachten voor werken] (BOE 2022, nr. 52, vlz. 24298).

(2) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB 2018, L 193, blz. 1).