16.5.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 198/64


Beroep ingesteld op 29 maart 2022 — Saure / Commissie

(Zaak T-165/22)

(2022/C 198/92)

Procestaal: Duits

Partijen

Verzoekende partij: Hans-Wilhelm Saure (Berlijn, Duitsland) (vertegenwoordiger: C. Partsch, advocaat)

Verwerende partij: Europese Commissie

Conclusies

nietigverklaring van het besluit van de Commissie van 7 februari 2022 tot afwijzing van verzoekers verzoek tot inzage in documenten van de Commissie middels afgifte van kopieën van de volledige correspondentie die de Commissie sinds 1 april 2020 heeft gevoerd met het bedrijf AstraZeneca plc of zijn dochterondernemingen, de Duitse Bondskanselarij of de Duitse minister van Volksgezondheid over het bedrijf AstraZeneca plc of zijn dochterondernemingen, in het bijzonder over de hoeveelheid door AstraZeneca plc ter beschikking gestelde Covid-19-vaccins en de leveringstermijnen ervan;

verwijzing van de Commissie in de kosten van de procedure.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert verzoeker vier middelen aan.

1.

Eerste middel: verzoeker stelt dat hij krachtens artikel 2, lid 1, van verordening (EG) nr. 1049/20011 (1) een recht van toegang tot de litigieuze documenten van de Europese Commissie heeft. De afwijzing door de Commissie schendt deze bepaling.

2.

Tweede middel: de uitsluitingsgrond in artikel 4, lid 2, tweede streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 staat niet in de weg aan verzoekers recht op toegang. Deze uitsluitingsgrond is beperkt in de tijd en geldt alleen voor hangende gerechtelijke procedures en lopende besprekingen. De in België lopende procedure (met nummer 2021/48/C) tegen AstraZeneca ziet op een totaal andere situatie en is reeds afgesloten met de uitspraak van 18 juni 2021.

3.

Derde middel: de uitsluitingsgrond in artikel 4, lid 1, onder b), van verordening (EG) nr. 1049/2001 staat niet in de weg aan verzoekers recht op toegang. Het openbaar belang van de bekendmaking van persoonsgegevens weegt zwaarder.

4.

Vierde middel: de uitsluitingsgrond in artikel 4, lid 2, eerste streepje, van verordening (EG) nr. 1049/2001 staat niet in de weg aan verzoekers recht op toegang. De gevraagde informatie bevat geen bedrijfsgeheimen in de zin van richtlijn 2016/943 (2), aangezien deze informatie bekend was en niet was onderworpen aan redelijke maatregelen om ze geheim te houden.


(1)  Verordening (EG) nr. 1049/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PB 2001, L 145, blz. 43).

(2)  Richtlijn (EU) 2016/943 van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2016 betreffende de bescherming van niet-openbaar gemaakte knowhow en bedrijfsinformatie (bedrijfsgeheimen) tegen het onrechtmatig verkrijgen, gebruiken en openbaar maken daarvan (PB 2016, L 157, blz. 1).