8.5.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 164/28


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Tribunal Superior de Justicia de la Comunidad Valenciana (Spanje) op 30 december 2022 — Instituto Nacional de la Seguridad Social (INSS) / Bernardino

(Zaak C-796/22, INSS)

(2023/C 164/36)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Tribunal Superior de Justicia de la Comunidad Valenciana

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Instituto Nacional de la Seguridad Social (INSS)

Verwerende partij: Bernardino

Andere partij: Lliza SL

Prejudiciële vragen

1)

Moet het begrip “arbeidsvoorwaarden” in clausule 4 van de raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid bij richtlijn 97/81/EG van de Raad van 15 december 1997 (betreffende de door de Unice, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake deeltijdarbeid) (1) aldus worden uitgelegd dat het ook betrekking heeft op een gedeeltelijke pensioenuitkering waarvoor alleen voltijdwerkers en geen deeltijdwerkers in aanmerking komen?

2)

Moet het begrip “deeltijdwerker(s)” in de clausules 2 en 3 van [de raamovereenkomst bij] richtlijn 97/81/EG aldus worden uitgelegd dat het ook vaste seizoenskrachten op oproepbasis omvat?

3)

Moet clausule 4 van de raamovereenkomst bij richtlijn 97/81/EG aldus worden uitgelegd dat een wettelijke regeling die deeltijdwerkers uitsluit van toegang tot het deeltijdpensioen waarbij er een vervangingsovereenkomst moet zijn, in strijd is met deze clausule en derhalve ten opzichte van voltijdwerkers discriminatie oplevert waarvoor er geen rechtvaardiging om objectieve redenen bestaat?

4)

Moet richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerlegging van het beginsel van gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid (2) aldus worden uitgelegd dat een regeling, zoals de nationale regeling, op grond waarvan deeltijdwerkers niet in aanmerking komen voor en dus geen toegang hebben tot het deeltijdpensioen (waarbij gelijktijdig een vervangingsovereenkomst moet worden aangegaan), in strijd is met deze richtlijn en discriminatie op grond van geslacht oplevert waarvoor er geen rechtvaardiging om objectieve redenen bestaat?


(1)  PB 1998, L 14, blz. 9.

(2)  PB 1979, L 6, blz. 24.