27.3.2023 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 112/22 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 15 december 2022 — Sächsische Ärzteversorgung / Deutsche Bundesbank
(Zaak C-759/22, Sächsische Ärzteversorgung)
(2023/C 112/28)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesverwaltungsgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Sächsische Ärzteversorgung
Verwerende partij: Deutsche Bundesbank
Prejudiciële vragen
Vragen betreffende de uitlegging van verordening (EU) 2018/231 en verordening (EU) nr. 549/2013: (1)
1) |
|
2) |
Is er altijd sprake van een marktoutput tegen economisch significante prijzen in de zin van de punten 3.17 tot en met 3.19 van bijlage A bij verordening nr. 549/2013, zodra wordt voldaan aan het in punt 3.19, derde alinea, derde en vierde volzin, van bijlage A bij verordening nr. 549/2013 gedefinieerde “50 %-criterium”, volgens hetwelk over meerdere jaren ten minste de helft van de kosten door verkopen wordt gedekt, of moet dit criterium daarentegen niet als een voldoende (op zichzelf staande) maar als een noodzakelijke voorwaarde worden opgevat, die komt bovenop de twee voorwaarden van punt 3.19, eerste alinea, tweede volzin, onder a) en b), van bijlage A bij verordening nr. 549/2013? |
3) |
Moet bij het onderzoek of institutionele eenheden marktproducenten in de zin van punt 3.24 van bijlage A bij verordening nr. 549/2013 zijn, behalve met de punten 3.17, 3.19 en 3.26 van bijlage A, ook rekening worden gehouden met de aanvullende vereisten waarin punt 1.37, tweede alinea, van bijlage A bij verordening nr. 549/2013 voorziet? |
4) |
|
5) |
Moet artikel 1, punt 1, derde volzin, onder f), van verordening (EU) nr. 2018/231 aldus worden uitgelegd dat op grond van die bepaling alleen die institutionele eenheden van het begrip “pensioenfonds” in de eerste volzin van deze bepaling zijn uitgesloten, die aan elk van beide in punt 2.117 van bijlage A bij verordening nr. 549/2013 genoemde criteria voldoen, of geldt deze uitzondering ook voor andere institutionele eenheden die volgens punt 17.43 van bijlage A bij verordening nr. 549/2013 als pensioenregelingen sociale zekerheid moeten worden beschouwd zonder dat aan alle vereisten in punt 2.117 van bijlage A bij verordening nr. 549/2013 wordt voldaan? |
6) |
|
(1) Verordening (EU) 2018/231 van de Europese Centrale Bank van 26 januari 2018 voor wat betreft statistische rapportagevereisten voor pensioenfondsen (ECB/2018/2) (PB 2018, L 45, blz. 3) gelezen in samenhang met verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (PB 2013, L 174, blz. 1).