19.9.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 359/47


Hogere voorziening ingesteld op 6 juli 2022 door de Republiek Slovenië tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 27 april 2022 in zaak T-392/20, Petra Flašker / Europese Commissie

(Zaak C-447/22 P)

(2022/C 359/55)

Procestaal: Sloveens

Partijen

Rekwirante: Republiek Slovenië (vertegenwoordiger: B. Jovin Hrastnik)

Andere partijen in de procedure: Petra Flašker, Europese Commissie

Conclusies

Rekwirante verzoekt het Hof:

het arrest van het Gerecht volledig te vernietigen,

het beroep te verwerpen en,

verzoekster in eerste aanleg te verwijzen in alle kosten van de procedure.

Indien het Hof van oordeel is dat de zaak niet in staat van wijzen is, verzoekt rekwirante het Hof:

het arrest van het Gerecht volledig te vernietigen, en

de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Het Gerecht heeft blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door artikel 108, leden 2 en 3, VWEU en artikel 4, leden 2 en 3, van verordening 2015/1589 (1) onjuist uit te leggen, heeft de omvang van de verplichtingen van de Commissie in de fase van het vooronderzoek van de aangemelde maatregel onjuist gekwalificeerd en heeft de ernstige moeilijkheden waarmee de Commissie werd geconfronteerd bij de analyse van de litigieuze maatregelen, namelijk de door de openbare apotheken Lekarna Ljubljana p.o. en Lekarna Ljubljana na 1979 verworven activa onder beheer, onjuist beoordeeld.

2.

Het Gerecht heeft het recht onjuist toegepast door de feiten rechtens onjuist te kwalificeren en ten onrechte vast te stellen dat de Commissie met betrekking tot de activa die in 1979 aan Lekarna Ljubljana p.o. in beheer zijn gegeven en in 1997 aan Lekarna Ljubljana zijn overgedragen, met ernstige moeilijkheden te kampen had en om die reden in casu de onderzoeksprocedure van artikel 108, lid 2, VWEU had moeten inleiden.

3.

Het Gerecht heeft het recht onjuist toegepast door het arrest ontoereikend te motiveren.

4.

Het Gerecht heeft zich niet aan de procedure gehouden door wel de algemene grieven van verzoekster in eerste aanleg in aanmerking te nemen, maar geen rekening te houden met het betoog van de Commissie in haar verweerschrift. Aldus is inbreuk gemaakt op het recht van de Commissie op een doeltreffende voorziening in rechte en een onpartijdig gerecht en is ook rekwirante in haar belangen geschaad.


(1)  Verordening (EU) 2015/1589 van de Raad van 13 juli 2015 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (PB 2015, L 248, blz. 9).