8.11.2021 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 452/46 |
Beroep ingesteld op 21 september 2021 — WP e.a. / Commissie
(Zaak T-604/21)
(2021/C 452/59)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partijen: WP, WQ, WR (vertegenwoordiger: N. de Montigny, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie
Conclusies
— |
nietigverklaring van het besluit van PMO.4 van 16 november 2020 tot afwijzing van het namens de overledene op 14 september 2020 ingediende verzoek tot terugbetaling van de nationale pensioenrechten die zijn overgedragen aan de pensioenregeling van de Unie, vermeerderd met rente over al die jaren en tot aan de volledige terugbetaling ervan; |
— |
voor zover nodig, nietigverklaring van het uitdrukkelijke besluit van 15 juni 2021 tot afwijzing van de klacht die is ingediend namens de overledene, waarvan de voortzetting door opvolging op 25 mei 2021 is meegedeeld; |
— |
verwijzing van de verwerende partij in de kosten. |
Middelen en voornaamste argumenten
Ter ondersteuning van hun beroep voeren de verzoekende partijen twee middelen aan.
1. |
Eerste middel, ontleend aan ongerechtvaardigde verrijking van de verwerende partij. |
2. |
Tweede middel, ontleend aan schending van het beginsel van gelijke behandeling aangezien de toepassing van het beginsel van ongerechtvaardigde verrijking door de verwerende partij, zoals verankerd in de rechtspraak, verschilt van de toepassing van datzelfde beginsel door andere instellingen in situaties die nochtans identiek zijn. |