7.6.2021   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 217/50


Beroep ingesteld op 7 april 2021 — PKK/Raad

(Zaak T-182/21)

(2021/C 217/66)

Procestaal: Engels

Partijen

Verzoekende partij: Kurdistan Workers’ Party (PKK) (vertegenwoordigers: A. van Eik en T. Buruma, advocaten)

Verwerende partij: Raad van de Europese Unie

Conclusies

Besluit (GBVB) 2021/142 en uitvoeringsverordening 2021/138 van de Raad nietig verklaren, voor zover zij betrekking hebben op de PKK (alias KADEK, alias KONGRA-GEL);

De Raad verwijzen in de kosten, vermeerderd met rente, die later nader zullen worden gespecificeerd.

Middelen en voornaamste argumenten

Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij zeven middelen aan.

1.

Eerste middel: besluit (GBVB) 2021/142 van de Raad (1) en uitvoeringsverordening 2021/138 (2) van de Raad zijn nietig voor zover zij verzoeker betreffen, omdat zij in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel en/of met artikel 1, lid 2, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB van de Raad (3) en/of met artikel 2, lid 3, van verordening nr. 2580/2001 van de Raad. (4) Verzoeker stelt dat de Raad heeft nagelaten duidelijk en nauwkeurig aan te geven wat onder de PKK moet worden verstaan.

2.

Tweede middel: besluit (GBVB) 2021/142 van de Raad en uitvoeringsverordening 2021/138 van de Raad zijn nietig voor zover zij verzoeker betreffen, aangezien verzoeker niet kan worden aangemerkt als een groep of entiteit die betrokken is bij terroristische daden als gedefinieerd in artikel 1, lid 3, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB van de Raad.

3.

Derde middel: besluit (GBVB) 2021/142 van de Raad en uitvoeringsverordening 2021/138 van de Raad zijn nietig voor zover zij verzoeker betreffen, daar er geen beslissing door een bevoegde instantie is genomen in de zin van artikel 1, lid 4, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB van de Raad.

4.

Vierde middel: besluit (GBVB) 2021/142 van de Raad en uitvoeringsverordening 2021/138 van de Raad zijn nietig voor zover zij verzoeker betreffen, aangezien de Raad geen passende herziening heeft verricht, zoals voorgeschreven door artikel 1, lid 6, van gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB van de Raad.

5.

Vijfde middel: besluit (GBVB) 2021/142 van de Raad en uitvoeringsverordening 2021/138 van de Raad zijn nietig voor zover zij verzoeker betreffen, omdat het besluit en de uitvoeringsverordening niet voldoen aan de vereisten van evenredigheid en subsidiariteit.

6.

Zesde middel: besluit (GBVB) 2021/142 van de Raad en uitvoeringsverordening 2021/138 van de Raad zijn nietig voor zover zij verzoeker betreffen, aangezien zij niet voldoen aan de motiveringsplicht van artikel 296 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.

7.

Zevende middel: besluit (GBVB) 2021/142 en uitvoeringsverordening 2021/138 van de Raad zijn nietig voor zover zij verzoeker betreffen, daar zij inbreuk maken op verzoekers recht van verdediging en zijn recht op effectieve rechterlijke bescherming.


(1)  Besluit (GBVB) 2021/142 van de Raad van 5 februari 2021 tot actualisering van de lijst van personen, groepen en entiteiten bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4 van gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme, en tot intrekking van besluit (GBVB) 2020/1132 (PB 2021, L 43, blz. 14).

(2)  Uitvoeringsverordening (EU) 2021/138 van de Raad van 5 februari 2021 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van uitvoeringsverordening (EU) 2020/1128 (PB 2021, L 43, blz. 1).

(3)  Gemeenschappelijk standpunt 2001/931/GBVB van de Raad van 27 december 2001 betreffende de toepassing van specifieke maatregelen ter bestrijding van het terrorisme (PB 2001, L 344, blz. 93).

(4)  Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (PB 2001, L 344, blz. 70).